Bayrou heeft een kwetsbare positie omdat zijn regering geen parlementaire meerderheid heeft. Dat maakt het lastig om voorstellen goedgekeurd te krijgen en het betekent dat de oppositie hem kan wegstemmen. Dat overkwam ook zijn voorganger Michel Barnier vorig jaar.

Zowel Barnier als de huidige premier gebruikte speciale bevoegdheden uit de grondwet om het parlement buitenspel te zetten bij het behandelen van begrotingsvoorstellen. Dat leidde tot moties van wantrouwen.

De uiterst rechtse partij Rassemblement national (RN) en de centrumlinkse Parti socialiste hadden al duidelijk gemaakt nog te willen vasthouden aan Bayrou. De leider van die laatste partij zei dat er anders mogelijk een „nog rechtsere” premier zou komen.

De motie van wantrouwen was ingediend door een links-radicale oppositiepartij, La France insoumise. Er waren 128 stemmen voor de motie, veel minder dan de benodigde 289. Ook een tweede motie van wantrouwen later op de avond haalde het niet. Die kreeg 122 stemmen.

Frankrijk heeft een versplinterd parlement sinds de verkiezingen van vorig jaar. Geen enkel machtsblok kreeg een meerderheid.