Nieuwe groente eendenkroos mag nu op het menu in de EU
Eendenkroos is erg gezond. Toch mocht het tot op heden niet gegeten worden. De nieuwe groente mag, na goedkeuring door officiële instanties, nu wel op het menu.
De Europese autoriteit voor voedselveiligheid, EFSA, keurde waterlinzen –ook wel bekend als eendenkroos– vorige week officieel goed voor productie en consumptie als verse groente binnen de Europese Unie. Aan de goedkeuring ging bijna tien jaar onderzoek van de Wageningen University & Research (WUR) vooraf.
„Dat gaf een enorme ontlading”, vertelt Ingrid van der Meer, initiatiefnemer en drijvende kracht achter het onderzoek. „Het was loon naar werken.”
Oude papieren
Eendenkroos heeft al oude papieren. Al in een Nederlands kruidenboek uit 1644 worden waterlinzen genoemd. „Het wordt geprezen over hoe gezond het is bij bepaalde ziektes.”
Ook in andere delen van de wereld worden waterlinzen al eeuwen gegeten. Zoals in Thailand. „Daar kun je het zo op de markt kopen. Al gaat het wel om een ander soort. Dat je het daar op straat kunt kopen versnelde het proces om het hier goedgekeurd te krijgen overigens niet.”
Eendenkroos heeft alles in zich om het voedsel van de toekomst te zijn, zegt Van der Meer. „We zijn bezig met de eiwittransitie, de overstap op een meer plantaardig dieet. Bij de zoektocht naar nieuwe gewassen die je duurzaam kunt telen, kwam ik uit bij waterlinzen.” Een langdurig onderzoekstraject om de gezondheid en voedselveiligheid aan te tonen volgde.
Vier voordelen
Waterlinzen kennen vier grote voordelen, somt Van der Meer op. Het eerste winstpunt is de gezondheid. „Naast veel vitamines en mineralen scoort de groente hoog op alle essentiële aminozuren. Dat is bijzonder. Hoewel elke groente alle aminozuren bevat, is dat vaak in een niet optimale verhouding.”
Het tweede voordeel van waterlinzen is de snelle manier van groeien. „Het plantje verdubbelt zich onder de juiste omstandigheden elke vijf dagen. Het groeit exponentieel. Daardoor kun je er continu van oogsten. Je bent niet afhankelijk van één of twee oogstmomenten per jaar.”
Een derde pluspunt is dat waterlinzen te verbouwen zijn zonder goede landbouwgrond. Van der Meer: „Je kunt ze overal telen in bakken met een laagje water. Teelt kan dus zelfs op plekken waar akkerbouw onmogelijk is, zoals op de rotsbodem. De productie ligt ook nog eens hoog. Van een hectare oogst je qua biomassa tien keer meer dan bijvoorbeeld bij sojateelt.”
Tot slot zijn waterlinzen makkelijk biologisch te kweken, vertelt de deskundige. „Eendenkroos is niet gevoelig voor plaagziekten. We hoefden geen grammetje pesticiden te gebruiken bij de teelt.”
Hygiënisch
Het eendenkroos moet wel in een kas geteeld worden. „Buiten kan het niet hygiënisch genoeg, omdat er bijvoorbeeld vogels overheen vliegen. Aan de teelt worden strenge eisen gesteld om het geschikt te laten zijn voor consumptie. Waterlinzen zijn dan ook geen moestuingroente. Ik zou niet adviseren om ze in een eigen vijver te gaan kweken. Je kunt de hygiëne dan niet goed waarborgen. Eendenkroos uit de sloot is ook niet geschikt voor consumptie.”
Waterlinzen zijn een veelzijdige groente, zegt Van der Meer. Tijdens het onderzoek kreeg een testpanel bijvoorbeeld waterlinzenstampot of waterlinzenquiche voorgezet. Of eendenkroos verwerkt in risotto of lasagne. „Het kan ook vers als sla gegeten worden. Panelleden en topchefs waren enthousiast over de smaak en de bite van de groente. Sla wordt papperig als je het kookt, maar de waterlinzen blijven stevig.”
De smaak vergelijkt de WUR-onderzoeker met andere bladgroenten. „Het is wat nootachtig. Rauw doet het denken aan kiemgroenten (zoals tuinkers, MK).”
Het is nu zaak dat de consument waterlinzen gaat omarmen, aldus Van der Linden: „Nu zitten we nog met een kip-en-eisituatie. Er is nog niets op de markt, want dat was nog niet toegestaan. Dus er moeten eerst telers zijn die ze gaan produceren. We merken dat er animo is. De introductie zal stapsgewijs gaan. Eerst zul je waterlinzen tegenkomen in fancy restaurants. Op een gegeven moment hopen we dat ze ook verkocht gaan worden door supermarkten, zoals de Albert Heijn. Dan kunnen ook gewone consumenten het gaan gebruiken in hun gerechten.”