Minister in gesprek met Open Doors: wat kan Nederland doen aan christenvervolging wereldwijd?
„We zien dat de situatie ernstiger is geworden, er is werk aan de winkel.” Minister Caspar Veldkamp ging dinsdag in gesprek met Open Doors, over de schrijnende situatie van vervolgde christenen.
Op het ministerie van Buitenlandse Zaken sprak NSC-minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken) over christenvervolging.
U heeft dinsdag gesproken met Open Doors. Wat viel u op?
„Zij maken christenvervolging jaarlijks inzichtelijk. Dat er een lijst van vijftig landen is, betekent niet dat er in de andere landen geen problemen zijn, integendeel. Maar die vijftig zijn het meest zorgelijk.”
Christenvervolging is moeilijk meetbaar, toch?
„Het gaat om indicaties, het is geen wiskunde. Zo’n ranglijst is ook een schreeuw om aandacht. Voor mij is dan de vraag: wat kan ik daarmee doen?”
Dat is een goede vraag. Wat kunt u concreet bereiken?
„Contact houden met regeringen. In Nigeria bijvoorbeeld, waar vervolging gepaard gaat met geweld, doen we dat op allerlei niveaus. We vragen wat er gebeurt en zeggen dat de wereld meekijkt. We steunen ook bepaalde organisaties met geld. Vorig jaar vroeg de Tweede Kamer mij unaniem specifiek aandacht te geven aan christenvervolging. Een dag na die stemming heb ik aan de ambtenaren hier gevraagd: Hoe gaan we dit uitvoeren? Kunnen wij bij de volgende VN-top in New York een evenement organiseren? We zien dat de situatie ernstiger is geworden, er is werk aan de winkel.”
Wat is de uitwerking van zo’n gesprek met bijvoorbeeld Nigeria? De christenvervolging daar is nog niet gestopt.
„Soms zit het probleem bij regeringen en hun repressieve karakter, maar soms is het een maatschappelijke uitdaging – denk aan de verschrikkelijke daden van Boko Haram. Met de Nigeriaanse regering gaan we dan in gesprek over hoe we hen sterker kunnen bestrijden. Het is belangrijk te laten zien, ook aan christenen internationaal, dat ze niet alleen staan.”
Wat heeft Open Doors u gevraagd te doen?
„Ze vertrouwen erop dat ik aandacht heb voor dit thema. In de mensenrechtennota (beleid over mensenrechten, red.) is religieuze vrijheid een van de vijf prioriteiten. We hebben een mensenrechtenambassadeur en een speciaal gezant voor religie en levensovertuiging.”
Die gezant heeft op uw ministerie ook werk te doen, om de kennis over religie wat op te krikken.
„Dat is nodig. In onze seculiere samenleving is het heel goed dat er wordt gemarkeerd dat religie voor grote groepen mensen wereldwijd een grote betekenis heeft. Dat is niet iets voor rechtse of linkse partijen, het past gewoon bij Nederland.”
Wat kan het kleine Nederland met zo’n groot internationaal thema?
„Nederland is klein genoeg om geen bedreiging voor anderen te vormen en groot genoeg om voldoende capaciteit te hebben. Denk aan een diplomatiek netwerk en financiële middelen. We kloppen op de deur en zeggen: u heeft een relatie met ons en daar hoort bij dat we vragen stellen over christenvervolging.”
Met de landen waar christenvervolging het ergst is, bijvoorbeeld Noord-Korea, bestaan geen diplomatieke relaties. Dan wordt het lastig om daarover het gesprek te voeren?
„Er zijn landen waar we heel weinig invloed op hebben. Maar bij andere landen kunnen we die gesprekken wel aangaan…”
Welke kansen ziet u concreet, als u naar de landenranglijst kijkt?
„Ik zie Nigeria, Mozambique en Egypte op de lijst staan. Het zijn landen waar wij brede relaties mee hebben, waar we gesprekken mee kunnen voeren. En als ik naar Syrië ga, zal ik aandacht besteden aan rechten van christenen. Ook omdat het staat voor iets groters, namelijk: in hoeverre gaat Syrië zich ontwikkelen tot een land met een inclusief bestuur?”
Waarom raakt het lot van vervolgde christenen u?
„Het thema mensenrechten past bij Nederland. Wij staan voor democratie, rechtsstaat en mensenrechten. Daarbinnen is religieuze vrijheid heel belangrijk, want als je mensen op die manier raakt – raak je de kern van de waardigheid van mensen.”