Prinses Margriet heropent herinneringscentrum Het Apeldoornsche Bosch
In één nacht werden meer dan 1100 patiënten en medewerkers van de Joodse psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch weggevoerd. Ze werden vermoord. Prinses Margriet heropende dinsdagavond het herinneringscentrum dat deze gruweldaad uit het vergeetboek moet weghouden.
Donker is de avond op het terrein van zorginstelling ’s Heeren Loo (Groot Schuylenburg) aan de Zutphensestraat in Apeldoorn. Donker was de nacht waarin Duitse soldaten op deze plek kermende en krijsende patiënten in vrachtwagens smeten. De slachtoffers werden naar het station gebracht. Daar stond een trein klaar om hen af te voeren naar vernietigingskamp Auschwitz.
Het was het einde van de Joodse inrichting die hier 34 jaar was gevestigd: Het Apeldoornsche Bosch voor psychiatrische patiënten en het Paedagogium Achisomog voor zwakzinnige, zwakbegaafde en moeilijk opvoedbare kinderen. Ze moesten weg, alleen maar omdat ze Joden waren. Later werden er nog 265 afgevoerd naar Westerbork. Van de ten minste 1412 gedeporteerden overleefden er slechts 21 de oorlog.
Leerling-verpleegkundige Sara Ricardo was 22 jaar, toen het leven haar niet langer werd gegund. Ze besloot met de bange patiënten mee te gaan, de trein in. Haar ouders overleefden de oorlog ook niet. Haar twee zussen wel. „En daarom kan ik u hier vertellen over mijn prachtige tante die de patiënten niet in de steek wilde laten”, zegt Bertien Minco, dochter van de jongste zus en zelf nu directeur van Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Gegil
Het herinneringscentrum in Apeldoorn moet ervoor zorgen dat een gitzwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis niet wordt vergeten. De deportatie had plaats in de nacht van 21 op 22 januari 1943. En nu, 82 jaar later, ontsteekt prinses Margriet met een druk op een grote, rode knop de lampen waardoor het gebouw zichtbaar wordt dat de afgelopen maanden is verbouwd en uitgebreid.
De prinses was zelf twee dagen oud toen Het Apeldoornsche Bosch werd leeggehaald, en ze was ver weg geboren, in een Canadees ziekenhuis. Twee jaar geleden was ze met haar man bij de herdenking in het Prinsenpark, waar een monument staat voor de slachtoffers. Nu zijn ze op de plek waar de patiënten werden ingeladen. SS-commandant Aus der Fünten wilde de gebouwen in Apeldoorn hebben als herstellingsoord voor Duitse militairen. En dus werden de Joden hardhandig afgevoerd.
De buren was het gegil niet ontgaan, zegt burgemeester Heerts. Toen ze na een paar dagen voorzichtig gingen kijken, was er niemand meer.
Berg schoenen
Door de donkere avond lopen prinses Margriet en haar man naar de woning van Philip Fuldauer, de toenmalige onderdirecteur, die met zijn gezin zelf aan deportatie ontkwam. Twee van zijn kleinkinderen zijn er deze avond bij. In zijn huis is sinds 2009 het herinneringscentrum gevestigd. In folders kondigt het zich aan als „een permanente plek voor reflectie en dialoog over vrijheid, veiligheid en vriendschap”. De uitbreiding van het pand maakt het mogelijk groepen te ontvangen en schoolkinderen te vertellen wat hier is gebeurd.
Bij de ingang is het Voetstappenplein aangelegd: 1400 voetstappen, als symbool voor het immense aantal slachtoffers. „Hartverscheurend”, zegt Johan Kruithof. De Apeldoornse oud-wethouder is voorzitter van het stichtingsbestuur dat het herinneringscentrum beheert.
Burgemeester Heerts en de Gelderse gedeputeerde Drenth vertellen samen met leden van de Apeldoornse jongerenraad over de reis naar Auschwitz die ze ondernamen. De jongeren laten foto’s zien van de plekken die daar de diepste indruk maakten. Van de berg schoenen van wie de eigenaren werden vermoord. Van de ovens waarin de lichamen werden verbrand. Van harde houten bedden waarop de gevangenen die niet direct werden vergast, moesten slapen, terwijl ze nauwelijks ruimte hadden. Er is een foto van de kranslegging bij de Nederlandse tegel op het kampterrein. „Een van de vele kippenvelmomentjes tijdens de reis.”
„Hoe kan het dat mensen zo systematisch worden vermoord?”, vroeg gedeputeerde Drenth zich af. „Dank voor het agenderen van de moord in Het Apeldoornsche Bosch. Het helpt voorkomen dat zoiets opnieuw gebeurt.”
Staatssecretaris Nobel (Participatie en Integratie) spreekt over een „rauwe werkelijkheid”, over „het gif van antisemitisme”, over verantwoordelijkheid dragen voor de rechtsstaat. „Helaas neemt de kennis over de Holocaust af. Plekken als deze dwingen je in de spiegel te kijken. De grens tussen goed en kwaad loopt door ieders hart.”