Tienjarige Israëliër doet verrassende vondst tijdens schoolreisje in Ein Kerem
Dat een schoolreisje een verrassende vondst kan opleveren, bleek onlangs bij het Israëlische dorpje Ein Kerem. De 10-jarige Nehorai Nir vond daar een bijzonder vormgegeven kruis(je) van 100 tot 200 jaar oud.
Nehorai Nir was met zijn schoolklas in het pittoreske dorpje aan de westzijde van Jeruzalem op zoek naar eetbare planten. „Ik was verbaasd toen ik op een helling onder mij een prachtige rode granaatappel zag liggen. Ik liep erheen om hem op te pakken. Toen ik zag dat er een worm in zat, legde ik hem teleurgesteld weer weg. Maar toen ik de heuvel weer op liep, zag ik opeens een kleurrijk voorwerp glinsteren op de grond. Ik pakte het op en raakte onmiddellijk opgetogen. De leraren zeiden tegen me dat ik de Israëlische Oudheidkundige Dienst moest bellen. Toen die mensen kwamen, waren ze meteen enthousiast.”
Formeel is het kleine kruis niet antiek, omdat het voorwerp slechts 100 tot 200 jaar oud is, zegt dr. Amit Re’em, archeoloog van het district Jeruzalem van de Israëlische Oudheidkundige Dienst. „Maar het is wel een uniek object. De productiemethode vereiste vakmanschap, zoals het met buitengewone precisie plaatsen van stukjes glas en kleine, kleurrijke edelstenen om miniatuurpatronen te vormen. Deze techniek werd rond het jaar 1800 of eerder in Rome ontwikkeld en duurde voort tot het begin van de 20e eeuw. Behalve om zijn schoonheid is dit voorwerp ook belangrijk vanwege zijn vindplaats: Ein Kerem, een heilige plaats in het christendom.”
De christelijke traditie verbindt Ein Kerem met de „stad in Juda” waar Johannes de Doper geboren werd en waar zijn moeder Elizabeth Maria ontmoette. Pelgrims bezoeken de Visitatiekerk –op de plaats waar beide vrouwen elkaar zouden hebben ontmoet– en de kerk van Johannes de Doper. Al in de byzantijnse tijd (324-640) stonden er kerken op deze twee plekken. Dat deze streek 2000 jaar geleden bewoond was, blijkt uit de vondst van een ritueel bad en van graven.
Re’em zegt dat de vondst erop duidt dat een pelgrim 100 tot 200 jaar geleden het heilige land bezocht. „Mensen waren bereid door woestijnen en over bergen en zeeën te reizen, iets wat soms jaren in beslag nam. Dat was om de grond te kunnen aanraken waar het allemaal begon. Het kruis kan meegekomen zijn met een pelgrim uit Europa en verloren zijn tijdens de reis door het land Israël, of misschien gekocht zijn hier in Jeruzalem.”