Binnenland

„Nederland ligt dwars in EU-debat Jodenhaat”

In politieke kringen is ophef ontstaan over de rol van Nederland in Europese besprekingen om te komen tot een gezamenlijke definitie van antisemitisme.

Redactie binnenland
12 November 2016 09:25Gewijzigd op 16 November 2020 08:28

Nederland maakte recent als enige van de 28 landen van de Europese Unie bezwaar tegen aanname van de definitie van antisemitisme, meldde het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) vrijdag.

Dat Nederland „dwarsligt”, schrijft het blad, zou ermee te maken hebben dat ons land streeft naar een „holistische” aanpak. Aanvaarding van de definitie zou betekenen dat er te weinig ruimte is „voor interpretatie.” Verder zou Nederland bang zijn dat bij accepteren van de definitie de weg wordt vrijgemaakt voor definities van moslimhaat en haat tegen christenen. Het NIW-artikel is gebaseerd op „welingelichte bronnen op het ministerie van Buitenlands Zaken.” Auteur van het stuk is Esther Voet, voormalig directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI).

In een toelichting op zijn tweet stelt Belder, vicevoorzitter van de delegatie Europees Parlement-Israël, opheldering te willen van de Nederlandse regering. „Pas stelde premier Rutte geen enkele ruimte te willen bieden aan antisemitisme. Dat Nederland nu een Europese definitie van antisemitisme blokkeert, vind ik daarom onbegrijpelijk.”

Het NIW schrijft dat in mei 31 lidstaten van de IHRA, een internationale alliantie ter herinnering aan de holocaust, een akkoord bereikten over een „werkbare definitie.” Ook Nederland schaarde zich daarachter. De EU-lidstaten zouden de definitie ook officieel moeten aannemen op 8 december, tijdens een conferentie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de OVSE. Maar nu ligt Nederland dwars, schrijft het NIW, tot „grote verbazing” van de andere lidstaten.

Buitenlandse Zaken nam vrijdagavond desgevraagd afstand van de lezing van het NIW en Belder. „Hoewel het ongebruikelijk is om tijdens internationale onderhandelingen commentaar te geven op vertrouwelijke posities, hecht Nederland eraan om aan te geven dat het beeld dat wordt geschetst niet correct is. Nederland en de andere EU-landen hebben zich niet uitgesproken tegen aanname van de werkdefinitie van de IHRA in OVSE-kader. Nederland heeft de aanname van de werkdefinitie antisemitisme van de IHRA actief gesteund. Nederland blijft zich inzetten antisemitisme te bestrijden.” CIDI-directeur Hanna Luden stelt geen bronnen te hebben die bevestigen dat Nederland dwarsligt. Belangrijk is dat de definitie binnenkort wordt aanvaard, benadrukt ze. „Zo’n definitie vergemakkelijkt de strijd tegen antisemitisme. Europese rechtssystemen kunnen het probleem dan op dezelfde manier aanpakken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer