Een nietsvermoedende Anna-Marthe stapt ’s morgens samen met Willemieke in de auto. De Puttense meiden zijn beiden dertien jaar oud en ook al dertien jaar vriendinnen. „We lagen al samen in de box”, vertelt Willemieke. „Als mijn moeder werkte, paste Anna-Marthes moeder op ons en andersom.”
Anna-Marthe wordt ondertussen steeds nieuwsgieriger. Het is tijd voor Willemieke om haar uit de onwetendheid te verlossen. „Ik heb je opgegeven voor een challenge”, begint Willemieke. „Sinds je verhuisd bent en verder bij mij vandaan woont, kom je minder vaak langs. Zelfs je moeder zegt dat je lui bent. Daarom wil ik je uitdagen om 10 kilometer te fietsen op een rolstoelfiets.” Anna-Marthe, die Willemieke eerst nog vol spanning aankeek, kan wel lachen om de challenge.
Het Nationale Park De Hoge Veluwe vormt het decor van de uitdaging. De man van de huurfietsen kijkt Willemieke onderzoekend aan. „Deze fiets is bedoeld voor mensen met een beperking.” Nadat hij heeft vastgesteld dat er genoeg rolstoelfietsen zijn, mogen de twee toch gaan. Willemieke settelt zich in de stoel voorop en Anna-Marthe probeert de fiets aan het rijden te krijgen. Dat is lastiger dan gedacht. Door het gewicht voorop slingeren de meiden eerst wat heen en weer. Maar dan heeft Anna-Marthe de slag te pakken. Ze blijkt niet te beroerd te zijn om zich uit te sloven. In het kwartier fietsen naar Willemiekes huis heeft ze gewoonlijk niet zo’n plezier, maar je samen verplaatsen op zo’n driewieler maakt het rijden wat gezelliger.
Van het pad
Anna-Marthe krijgt steeds meer vaart, tot ze ineens hard in de remmen knijpt. Met gepiep komt de fiets tot stilstand. In de bosjes. Na wat gegiebel van de meiden kan de tocht weer verdergaan. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt het warmer. De vriendinnen zijn ondertussen al drie keer in de bosjes beland. Anna-Marthe: „De banden hebben soms geen grip en dan is het lastig om nog tegen te sturen. Het is wel een beetje eng.”
Willemieke, die de hele tijd lekker geluierd heeft, is het stilzitten alweer beu. „Ik wil wel een stuk fietsen nu.” Dat Anna-Marthe hierdoor minder fietst dan afgesproken, maakt haar niet uit. „Het gaat om het idee.”
Na het eten van een ijsje is de beurt dus aan Willemieke. Het gaat haar goed af. De rolstoelfiets zoeft over de Veluwe en verdwijnt al snel uit het zicht. Toch ervaart Anna-Marthe ook een keer hoe het is om overgeleverd te zijn aan andermans stuurkunst en op de berm af te stevenen. Maar Willemieke herpakt zich snel.
Zetje nodig
Na ruim een uur is het einde van de fietstocht in zicht. Anna-Marthe wil de eer hoog houden en fietst het laatste stuk weer. De meiden blijven nog even hangen achter een heuveltje. „Ik vroeg al of ze een zetje nodig hadden”, lacht een voorbijganger. „Maar ze zeiden dat ze geen beperking hebben en allebei kunnen fietsen, dus het zal wel goed komen.”
Lachend komen de meiden even later achter de verhoging vandaan. Nog een paar keer gaan de trappers rond en dan zijn ze weer terug bij het bezoekerscentrum van het park. Ze steken hun armen de lucht in alsof ze de finish passeren.
De fiets gaat weer terug naar de man, die ondertussen in een van de rolstoelen zit die verhuurd worden.
„Ik vond het wel een klein beetje overdreven dat ik zo lui zou zijn, maar het was heel leuk”, lacht Anna-Marthe.
Of ze nu vaker naar Willemieke gaat fietsen? „Ik kom al elke zaterdag bij haar thuis en soms op vrijdag uit school. Vandaag ben ik ook op de fiets naar haar toe gekomen. Maar we hebben het ook vaak druk met school, dus ik kan niet elke avond langskomen.”
De boodschap is haar in ieder geval duidelijk. Willemieke vindt het gezellig als ze langskomt en dat mag best iets vaker gebeuren.
Wil jij je vrienden uitdagen? Check de voorwaarden dan op puntuit.nl/challenge.