Tijdens het eten –krieltjes met bonen, erwten, komkommer en sla– probeert de familie Bos uit Maarn me alvast angst aan te jagen. „Eet maar goed”, spoort vader Joost (53), politiehonden­trainer, mij aan. „Als je bol bent, kun je beter rollen.”

En rollen doe ik even later wanneer de hond voor het eerst op mij afkomt. De snelheid en zijn gewicht zijn toch nog een ver­rassing voor me. Gelukkig heeft de boomlange Coen (19) me goed ingepakt. Het pak dat ik draag, bestaat uit een laag leer. Die beschermt tegen de beten. Boven op het leer komt een pak van jute. Daar blijft de hond met zijn tanden aan hangen.

Ondeugend als ik ben probeer ik de hond van me af te schudden. Maar die laat zich niet kennen. De tanden gaan dieper in mijn vlees. De armen van Coen, die behalve zijn hondentrainerschap ook bij de vrij­willige brandweer zit en in de bouw werkt, zijn gebutst en gehavend. Zo’n twintig littekens hield hij over aan de vijf jaar dat hij honden traint.

Ook mijn armpjes komen er niet ongeschonden vanaf. Links drie afdrukken van tanden, rechts is er eentje zichtbaar. „Dat zijn morgen blauwe plekken”, verzekeren vader en zoon me. Drie dagen later blijkt zo’n blauwe plek ook paars en geel te kunnen zijn.

Het weer zat op mijn weg naar de familie Bos niet mee. De ochtend begon mooi, maar om twee uur slaat het weer om. Regen, regen en nog eens regen.

Kip Kerries stevige kartonnen behuizing houdt het tot nu toe goed. Mijn angst dat het karton zacht wordt, gebruik ik als excuus om ergens in de buurt van Woudenberg een glas cola te nuttigen.

Mijn maatje en ik stellen ons voor aan de receptioniste van het restaurant. Spontaan maakt ze een buiging voor ons door­zettingsvermogen. En, o ja, vanavond serveert de eetgelegenheid een vijfgangenmenu in het weiland. Het is tenslotte de langste dag van het jaar. We kunnen gratis aanschuiven. „Misschien is dat wel een leuk stukje voor in de krant”, denkt de vrouw.

Mijn maag fluistert ja. Mijn verstand zegt nee. Mijn stapel opdracht­enveloppen weigert de maag bij te vallen. We houden het bij een glas cola. Inmiddels is het buiten droog.

De regen gaat verder waar hij was gebleven. Even later ontvangt de familie Bos de meest doorweekte journalist sinds de 17e eeuw. Gelukkig kan ik me omkleden.

Maar eerst krijgt Kerrie een natje en droogje. Ergens wordt een kippen­ren vandaan gegoocheld. Het portie kippenvoer wordt dankbaar in ontvangst genomen.

Met een volle maag en na het honden­avontuur is het weer tijd om de wijde wereld in te trekken. Op weg naar een slaapplaats in Den Dolder. Ons wacht een koninklijke ontvangst.