De afstand naar het westpuntje van Ameland overbrug ik op de fiets. Vanuit de verte zie ik het markante, rood-wit gestreepte bouwwerk al staan. „Ik zal dat vuurtorentje eens even wassen”, gniffel ik. Onder in de toren meld ik me bij Chris. „Helaas kun je de glazen van de lamp niet wassen”, zegt hij. „Te gevaarlijk. Maar aan de binnenkant van de toren vind je genoeg ramen.”
Leerlingen glibberen
Gewapend met een emmer sop en schoonmaakspullen –geleend van een aardige meneer in Hollum– beklim ik de trappen van de gietijzeren vuurtoren. Elk raampje dat ik tegenkom, ongeveer twee per verdieping, boen ik goed. Als ik halverwege ben, hoor ik een klas leerlingen naar boven stommelen. „Het is hier nat, pas op!” roept iemand. Voorzichtig glibberen de jongelui langs de plasjes met sop.
Na 236 treden, 15 verdiepingen en een veelvoud aan gewassen ramen zit mijn klus erop. Ik geniet nog even van het uitzicht vanaf de 55 meter hoge vuurtoren en aanvaard de terugtocht naar Nes. Dat betekent, door de forse tegenwind, nog 10 kilometer afzien.
Reserveopdracht
Na de intensieve en lange dag laat ik de reserveopdracht graag schieten. Morgen wacht immers weer een serie uitdagende opdrachten. Op bed in het Van Heeckerenhotel laat ik de dag de revue passeren. Hoe ik bot ving bij de opdracht om een paar zeevissen te vangen, en hoe ik gefopt was tijdens de bootreis naar Ameland.
En dat was nog niet eens alles. Ik probeerde vanochtend vroeg de geit van het Juttersmuseum te melken. Niet eenvoudig, maar het lukte wel. Een terugblik...
Drentelende bolletjes
Rond het landelijke museum in Buren heerst een vredige rust. Achter een bankje loopt een hen met een stel kuikens. De donzige bolletjes drentelen gedwee achter de moederkloek aan.
Zoals je in een Juttersmuseum verwacht, staan er her en der kisten vol aangespoeld materiaal. Van speelgoed tot flessenpost. Tientallen felgekleurde zeeboeien fleuren het zaakje op.
Nepkoe en melkgeit
Waar is mijn doelwit? Achter een boerenschuur vind ik de aangelijnde geit. Het oogverblindend witte dier loopt kalm te grazen.
Museummedewerkster Janita is de vaste verzorger van het beest. „Ik denk niet dat het melken je gaat lukken”, zegt ze. „De geit heeft nog maar pas jongen en ze beschermt haar kroost goed. Maar we gaan het proberen.”
In de schuur vind ik een nepkoe. Handig! Dan kan ik het melken vast oefenen. Maar vervolgens wordt het menens.
Janita houdt de geit bij haar vervaarlijke hoornen vast. Doordat het dier draait en wegspringt, mislukt elke melkpoging. Na veel inspanning lukt het ons een straal melk op te vangen in een emmer: pfff, m’n Amelandse opdracht lukt. Succesvol, ondanks een geit met bokkensprongen.
Zomerserie
Puntuitredacteur Michiel zette koers naar Ameland om allerlei opdrachten te doen. Dit is de derde aflevering in een zomerserie over zijn belevenissen.