De omstandigheden zijn ideaal deze donderdagmiddag. Er is volop zonneschijn, de temperatuur komt niet boven de 21 graden uit en tussen alle gebouwen in de Randstad valt de tegenwind ook mee. En dan die prachtige luchten! Tegen een helblauwe achtergrond wisselen donkere, dreigende stapelwolken en witte, schapenwollen exemplaren elkaar af. Nee, tegen deze schoonheid is geen enkele neerslachtige gedachte bestand. Al de moeite en pijn van vanochtend zijn vergeten.
Na de koffie met stroopwafel van de Hardinxveldse bruidsstyliste Hanna Roubos ga ik voor een herhaalrecept naar muziekzaak Joh. de Heer. Julian Bassa, een jonge medewerker van de Sliedrechtse onderneming, nodigde me vorige week per mail uit voor „een lekker bakkie.” Om tien voor halfvier stap ik de winkel binnen. En terwijl de machine een verse cappuccino bereidt, legt Julian een stroopwafel op een schoteltje.
Als de koffie op is, krijg ik een korte rondleiding langs blinkende piano’s en allerlei ander muzikale bouwwerken. De hoeveelheid toetsen en snaren is indrukwekkend, maar voor iemand die slechts één jaartje orgelles heeft gehad, zeggen al die ingenieuze instrumenten helaas niet zo veel. Nadat Julian me een tas vol muzikale hebbedingetjes heeft overhandigd, stap ik weer op.
Het is een halfuur fietsen naar de volgende stop, in Papendrecht. Op deze halte verheug ik me stiekem al de hele dag. Ik mag namelijk gratis eten bij Pannenkoekenhuis Frittella. Het restaurant wordt grotendeels gerund door medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals dat heet.
Wentelteefjes
Onder het genot van een glas verse jus bekijk ik de pannenkoekenkaart. Mijn oog valt op nummer 518, met kaas en gember. Nog geen tien minuten nadat ik mijn keuze heb bekendgemaakt komt Edison Groen, de medewerker die mij bedient, het bord met de beloofde lekkernij brengen.
De caloriebom gaat erin als koek. Af en toe komt de hulpvaardige Edison een praatje maken. Hij vertelt dat hij al zeven jaar met veel plezier bij Frittella werkt. Hij heeft ook een eigen pannenkoek. Pannenkoek Edison is belegd met wentelteefjes en basterdsuiker. Het klinkt heerlijk ongezond, maar voor dit moment heb ik genoeg aan mijn kaas en gember.
Als alle bagage weer in de bak zit, vang ik de lange tocht naar Oud-Beijerland aan. Dat gaat niet met twee vingers in de neus. Piepend en krakend ga ik over de Brug over de Noord en andere bergen van asfalt en ijzer. In de buurt van Rotterdam zijn die nogal dik gezaaid. Het lukt me om, ondanks de stevige tegenwind, in ruim een uur bij de Oude Maas te komen.
Het eerste deel van de fietstunnel onder deze rivier loopt gestaag naar beneden. De zware bakfiets vliegt over het asfalt. Deel twee is lastiger. Met een uiterste krachtsinspanning pers ik mezelf omhoog. Langzaam voel ik hoe m’n beenspieren verzuren. En op een zeker moment willen ze niet meer. Ik stap af, wacht even tot de ledematen niet meer zo heftig trillen en vervolg de tocht lopend. Na een paar minuten ben ik boven. Hard hijgend, maar ook een tikkeltje triomfantelijk.
Na de tunnel is het een klein halfuur fietsen naar de woning van de familie Duifhuizen. Deze ondernemende mensen hebben een tassen- en kofferketen met 24 vestigingen door het hele land. Daarnaast runnen ze een boekhandel in hun woonplaats Oud-Beijerland.
De Hoeksche Vaart
Het is al zeven uur geweest als ik mijn stalen ros op de oprit naast huize Duifhuizen parkeer. Binnen staat een heerlijk, voedzaam pastagerecht op me te wachten.
Nadat ik de maaltijd met Bijbellezing en dankgebed heb besloten, ontdek ik dat ik me behoorlijk moet haasten om de laatste pont naar Tiengemeten te kunnen halen. Volgens mijn informatie zou die om halftien gaan. Het is acht uur geweest, met tegenwind is het ruim een uur fietsen, en ik moet ook nog naar Zuid-Beijerland om een tent en slaapmat op te halen. Help!
Zo snel als mogelijk neem ik plaats op het zadel van de fiets, bedank de familie Duifhuizen hartelijk, en trap in razend tempo het dorp uit. Om te voorkomen dat ik niet meer naar Tiengemeten kan, bel ik De Hoeksche Vaart, het veerbedrijf dat de pont naar het eiland bedient. Of ze met de laatste afvaart willen wachten tot ik er ben. En dan komt het geruststellende nieuws: de laatste overtocht is pas om kwart over tien.