Spreek je weleens met ongelovigen over het bestaan van God?
Zonder dat Marjolijn deze gesprekken bewust opzoekt, heeft ze het er toch regelmatig over met mensen die niet geloven.„Als mensen erachter komen dat je christelijk bent, zijn ze meestal best geïnteresseerd en komt er vanzelf een gesprek op gang.”
Corné weet zich een moment te herinneren waarop hij met iemand sprak die niet geloofde. „Ik was met hem aan het werk en op een gegeven moment kregen we een gesprek over God. Hij was geïnteresseerd en ik vertelde waarom ik geloofde dat God bestaat. Het viel me op dat hij in veel dingen kon meekomen. Maar toen we het over moeilijkere onderwerpen hadden, de Drie-eenheid bijvoorbeeld, merkte ik dat hij afhaakte. Uiteindelijk is het geloof iets wat door de Geest gegeven moet worden en wat je niet ontvangt door te redeneren. Dat staat ook in artikel 1 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Daar staat: „Wij geloven met het hart en belijden met de mond.” En dan wordt in dat artikel duidelijk Wie en hoe de God van de Bijbel is.”
Wat zijn voor jou argumenten vóór het bestaan van God?
Marjolijn wijst naar buiten. „Kijk eens naar al die prachtige herfstkleuren. Of denk aan de lente, waarin al die schitterende bloemen uitlopen en er nieuw leven begint. Je gelooft toch niet dat deze schitterende wereld zomaar is ontstaan? We vergeten het vaak, maar als je optelt wat we iedere dag krijgen, dat is echt ongelofelijk. Zo veel goeds, terwijl wij, mensen, iedere dag tegen Hem zondigen. Daar zie ik echt Gods genadige hand in.” Corné sluit zich daarbij aan. „Er is op aarde leven mogelijk. Ik kan geen andere manier bedenken dan dat er een God achter zit. Het grootste wonder vind ik dat die grote God ook voor mij persoonlijk wil zorgen.”
Hoe reageer je op iemand die het bestaan van God ontkent?
Corné en Marjolijn zouden beiden vooral de nadruk op het gesprek leggen. „Je kunt iemand uiteindelijk niet overtuigen, dat kan alleen de Heilige Geest”, zegt Corné. „Inderdaad”, beaamt Marjolijn. „Een mens is eigenwijs en koppig en zal vanuit zichzelf niet gaan geloven dat er een God bestaat. Daarom is het denk ik voor christenen belangrijker om te gétuigen Wie de Heere voor jou wil zijn, dan te proberen te óvertuigen.”
Is het nuttig om je bezig te houden met het bestaan van God? Moeten we niet gewoon geloven?
„Ja”, zegt Marjolijn kort en stellig. „Als mensen twijfelen we veel te veel. Door de zonde zijn we het zicht op God kwijt. We vertrouwen en geloven Hem niet meer.” Corné erkent dat het uiteindelijk aankomt op geloof, maar ziet er ook de meerwaarde van om te doordenken wat het geloof in God inhoudt. „Zeker als we willen evangeliseren is het belangrijk om te begrijpen wat je gelooft. Hoewel je Gods grootheid nooit helemaal zult kunnen begrijpen. Daar zijn wij mensen te klein voor.”
Van huis uit kennen we Hem niet en dienen we Hem niet. Als de Heilige Geest „getuigenis geeft in je hart dat Hij de God van het Woord is” –NGB artikel 5– dan leer je Hem door genade stukje bij beetje kennen in Zijn Zoon Jezus Christus. Wie is God voor jou?
Na even nadenken zegt Marjolein: „Door genade mag ik zeggen dat Hij mijn Vader is. Hoe onbegrijpelijk sommige dingen ook zijn, Hij zorgt toch voor mij in voor- en tegenspoed.” Ook Corné noemt God zijn Vader. „Niet dat ik het verdiend heb, maar alleen door het werk van Christus mag ik Hem mijn Vader noemen.”
---