Het geloof is volgens de Bijbel een bewijs van dingen die we niet zien. Met geloven bedoelt de Bijbel dat je vast vertrouwt dat God jou om Christus’ wil vergeving schenkt. Wat kunnen we over geloof leren van de reformator Maarten Luther? En hoe werkt dat in de praktijk: niet zien en tóch geloven? We spraken erover met vijf jongeren.
Als Ruth Sterrenburg (18) uit Boven-Hardinxveld in het nieuws leest over oorlogen en vervolgingen, voelt ze vaak een sterk verlangen naar gerechtigheid in zich naar boven komen. 'Ik zou graag iets willen veranderen in deze wereld, maar het voelt zo onmogelijk, zo ver weg."
Aan haar persoonlijke bezittingen zit Mary-Leen Westerbroek (16) uit Elspeet met haar hart niet zo vast. Maar haar toekomstplannen opgeven, dát zou ze lastig vinden. 'Luther zegt dat als wij tevreden zijn en niet aan ons tijdelijke goed vastzitten, God ons hart kan vervullen. Ik denk dat ons hart vaak te vol zit van onszelf en ons leven, zodat Jezus het niet meer kan vullen met Zijn liefde.'
Het alledaagse taalgebruik van Luther in zijn eerste preek over Mattheüs 5 spreekt ds. P. den Ouden (51) uit Katwijk aan Zee aan. 'Luther gebruikt geen plechtige kanseltaal. Hij praat met zijn hoorders alsof hij met hen aan de keukentafel zit. Natuurlijk moet de preek geen informeel praatje worden. Een predikant is de stem van God tot de gemeente.
Subthema 'Oud goud van Maarten Luther'
Van de Reformator Maarten Luther kunnen we veel leren. Jongeren vertellen de Hersteld Hervormde Jongerenorganisatie en Puntuit wat de oude preken van Luther voor hen betekenen.