De zomertijd ligt weer voor de boeg. Voor sommige badgasten een tijd van bruinen en bakken. Stranden liggen op warme dagen mudvol met zonaanbidders. Voor anderen kan de warmte niet lang genoeg uitblijven. Liever geen zweterige zomer met veel zonuren.
Na het winterseizoen brengen de stralen van de zon nieuw leven en nieuwe krachten. Als de lente aanbreekt, ontwaakt de natuur. En tijdens de donkere dagen rond Kerst verlangen sommige mensen al naar de eerste warme zonnestralen op hun huid.
Dat zonlicht opvrolijkt, komt door processen in het menselijk lichaam. Maar waar komt dat licht zelf vandaan? Is de zon een grote, lichtgevende, brandende bol? Welke brandstof gebruikt de zon? En raakt die brandstof nog een keer op?
De zon is eigenlijk een ster. Je kunt ook zeggen: alle sterren blijken, als je ze van dichtbij zou kunnen bekijken, net zonnen. Er zijn echter verschillen. Vergeleken met veel andere sterren geeft onze zon nog relatief weinig licht. Zo’n ster wordt daarom wel een gele dwerg genoemd.
Dwerg of niet, de zon produceert een hele berg licht en warmte. Op het oppervlak van de zon heerst alleen al een temperatuur van zo’n 6000 graden Celsius. In de kern loopt dat op tot meer dan 15 miljoen graden.
Tot 1938 was het een raadsel waar al die energie vandaan kwam. Alle in die tijd bekende chemische reacties leverden veel te weinig energie op om zo veel licht en warmte te produceren. De Duitse natuurkundige Hans Bethe opperde in 1938 dat de zon en de sterren hun energie opwekken door kernfusie. Hij bleek gelijk te hebben.
Rara... wat is kernfusie? Dit proces vindt niet plaats als een kettingreactie, zoals bij uranium in kerncentrales. Er komen dan ook geen deeltjes bij vrij. Nee, er smelten juist deeltjes ineen.
De zon is één grote wolk van waterstofdeeltjes. In de kern van de zon zijn de dichtheid en de temperatuur zo hoog dat er continu waterstofdeeltjes met elkaar fuseren. Op deze manier zet de zon per seconde ongeveer 700 miljoen ton waterstof om in circa 695 miljoen ton helium. Daarbij komt de enorm hoeveelheid energie en licht vrij waarvan je als mens slechts een beetje voelt en ziet.
In de kern van de zon zit nog zo veel waterstof dat het hemellichaam nog wel 5 miljard jaar lang licht kan geven. Brandstof te over dus.
Op aarde kampen we met een dreigend tekort aan brandstoffen. Daarom willen wetenschappers kernfusie ook op de aarde laten plaatshebben. Dan zou namelijk het hele energieprobleem in één klap opgelost zijn. Met kernfusie heb je geen radioactief afval; dit proces is schoon en redelijk veilig. Allemaal voordelen. Kernfusie kan, zoals gezegd, alleen onder enorme hoge druk en temperaturen plaatsvinden. Dat geeft problemen. Zelfs de beste materialen blijken daar op dit moment nog niet tegen bestand.