Je kent ’m wel: sint die op zijn schimmel over de daken rijdt en met gulle gebaren pakjes door de schoorsteen gooit. Elk jaar in december is het weer raak: sinterklaasfeest. Niks mis mee, zul je denken. Toch is de achtergrond ervan in ieder geval twijfelachtig te noemen, al was het alleen al vanwege de hoeveelheid legenden die om de sint wervelen.
Zo gaat het verhaal dat ene Nicolaas dwaalleraar Arius een klap in z’n gezicht verkocht tijdens het concilie van Nicea in het jaar 325. Dat kwam hem duur te staan, want hij werd in de boeien geslagen en gevangengezet. Gelukkig kwam Maria hem ’s nachts bevrijden en bracht ze hem daarbij gelijk zijn tabberd en Bijbel terug.
Overigens is in betrouwbaarder bronnen niet terug te vinden dat er op het concilie ene Nicolaas van Myra aanwezig was, de persoon op wie Sinterklaas waarschijnlijk terugslaat.
Nicolaas van Myra is een bisschop uit de vierde eeuw. Myra is zijn geboorteplaats en ligt in Lycië, dat nu Turkije is. Historische feiten zijn nauwelijks over hem bekend, maar legenden des te meer. Zo was Nicolaas een bijzondere baby: direct na de geboorte stond hij op en hief hij zijn handen naar de hemel. Op vastendagen wilde hij niet drinken. Andere legenden illustreren waarom Sint-Nicolaas zo’n kinderweldoener is: hij redde een kind in een bad met kokend water van de verbrandingsdood en wekte drie vermoorde scholieren weer tot leven. Sint-Nicolaas werd vaak vergezeld door een zwarte hulp met kettingen aan de benen. Dit was een duivel die zich aan hem onderworpen had.
Ook gaf Sint-Nicolaas drie dochters van een arme vader een bruidsschat, zodat ze konden trouwen. Deze geldbuidels gooide hij door het raam naar binnen. Ze kwamen precies terecht in de schoenen die voor de haard stonden te drogen. Deze geldbuidels zijn in de legende weleens ingewisseld voor mandarijnen of sinaasappels. Misschien komt daarom de sint ieder jaar uit Spanje?
Het is niet verwonderlijk dat iemand die als zo’n gulle goedzak te boek staat, heilig verklaard is. Vanaf de dertiende eeuw werd 6 december, zijn sterfdatum, een rooms-katholieke feestdag. In de middeleeuwen werd op die dag door kloosterscholen het feest van Sint-Nicolaas gevierd. Dit was een echt kinderfeest. In een toneelspel bevorderde Sint-Nicolaas de ijverige kinderen; de luie leerlingen strafte hij.
In 1360 kregen kinderen „op St. her Nyclaes dach I L. gr. voer het oerlo”, dus één pond groten (geld) voor een vrije dag. Later, aan het einde van de middeleeuwen, werd aan kinderen „honic, claescoeck en taert” uitgedeeld en waren er sinterklaasmarkten. Ook werden er schoenen gezet. De rijke mensen stopten die op 5 december vol, waarna de inhoud de volgende dag onder de armen werd verdeeld. Het feest leidde vaak tot rellen en openbare dronkenschap.
Het vieren van sinterklaas heeft niet alleen oudchristelijke, maar ook Germaanse elementen. De Noorse oppergod Wodan (Odin) vloog op een schimmel met acht poten door de lucht. Hij had een leger van zwarte krijgers bij zich. Dit waren mensen die al overleden waren. De Germanen brachten offers van wortels, hooi en granen aan Wodan en zijn paard om hen tevreden te houden. Deze offers werden in sokken en schoeisel gestopt en bij de stookplaats gelegd.
Toen kwam de Reformatie. Die keerde zich juist tegen de heiligenverering in de Rooms-Katholieke Kerk. Daarnaast was sinterklaas een heidens, ruw feest. In Delft werd een gebod uitgevaardigd op het vieren van sinterklaas en andere steden verboden het zetten van de schoen of de openbare verkoop van sinterklaaslekkernijen. Maar het volksfeest was zo ingeburgerd dat het niet lukte om het af te schaffen. Nu je dit alles weet, zal het je niet verbazen dat er reformatorische christenen zijn die fel tegen het zogeheten kinderfeest zijn. Omdat de achtergrond ervan absoluut niet deugt.
Andere christenen vieren geen sinterklaas omdat het verhaal van de „goede lieve Sint” te veel zou lijken op de Bijbelse wederkomst, wanneer Christus zal komen om te oordelen over levenden en doden. In het boek Openbaring zit Hij op het witte paard, als een overwinnaar. De boeken zullen opengaan, waarin staat wat je gedaan hebt, hetzij goed, hetzij kwaad. Voor sommigen is dit misschien nog wel een zwaarder argument om ver van dit feest vandaan te blijven.