De mens kan soms koken van woede, maar vuurspuwen als de Leviathan in Job 41 behoort niet tot zijn natuurlijke mogelijkheden. Een vuurspuwer stelt ons voor een raadsel. Hoe kan het dat hij zijn mond niet brandt?
Een tamelijk roekeloze artiest, vloeibare brandstof en een fakkel om de brandstof aan te steken. Dat zijn de gebruikelijke ingrediënten van een vuurspuwact. Als het meezit, gaat het goed. Een oogverblindende steekvlam lijkt rechtstreeks uit de mond van de vuurspuwer te komen.
Vuurspuwen is nooit zonder gevaar. Het is de meest riskante van alle straatkunsten. Bij een doorsneegoocheltruck kan aanzienlijk minder misgaan. Ook al gebeurt er niets ernstigs, dan nog komt de act de gezondheid van de vuurspuwer niet ten goede. De brandstof die hij in zijn mond neemt, is op z'n minst schadelijk en soms zelfs levensgevaarlijk.
Ademnood, vergiftiging, longontsteking of erger: als het fout gaat, gaat het ook echt fout. In 1997 kreeg een dertigjarige amateur-vuurspuwer uit Groningen een vlam in zijn gezicht, waardoor hij zware brandwonden opliep. Een Duitser verslikte zich in 2008 tijdens zijn vuurspuwact, waarop zijn keel geblust moest worden.
Zoals bij een gasstel het vuur niet in de pit komt, zo krijgt een vuurspuwer de vlam niet in zijn mond. De brandstof die hij vernevelt door ze tussen zijn lippen door te persen, vat pas buiten de mond vlam.
Ondanks de reële gevaren zijn het niet alleen waaghalzen en professionele artiesten die het aandurven om vuur te spuwen. Er worden regelmatig wereldrecordpogingen "gelijktijdig vuurspuwen" gedaan, waaraan honderden mensen deelnemen.
In Maastricht werd in april het record van 267 vuurspuwers gebroken. Vijfhonderd studenten deden mee. Het Guinness Book of Records vermeldt verder een Amerikaans record waarbij de vlam door 21 mensen werd doorgegeven voor hij doofde.
Een derde record staat op naam van een Chinees die in 2007 een vlam van 7,20 meter hoog wist te spuwen.