Voor sommigen is het een gewoonte, voor anderen een obsessie. Neuspeuteren. Waarom is de verleiding zo groot om met je vinger in je reukorgaan te peuteren?
Over je neus gesproken. Je kunt ermee in de boter vallen, doen alsof-ie bloedt, ’m ergens voor ophalen en er iets aan voorbij zien gaan. Als je de behoefte voelt, kun je iemand bij de neus nemen, er iemand mee op de feiten drukken, er altijd mee vooraan staan, of buiten een fris exemplaar halen.
Kortom: je hebt een neus voor iets. En kunt ’m overal insteken. Naast andermans zaken, lijkt een zakdoek het meest aangelegen doelwit. Als een onbedaarlijke niesbui je overvalt, bijvoorbeeld. Hatsjíé!
Steek jij je neus nooit ergens in, dan geldt het ongetwijfeld andersom. Pardon? Jawel. Nog nooit voor de verleiding bezweken om een van je vingers in je reukorgaan te proppen? Geef toe: vast meer dan eens. Net als ruim 90 procent van alle Nederlanders.
Taboe
Alle vernuftige handelingen ten spijt, qua techniek werkt neuspeuteren zo ordinair als het eruitziet: met je vinger verwijder je al frunnikend en schrapend ingedroogde slijmresten. Voor sommigen is het een gewoonte, voor anderen een obsessie.
Waarom de verleiding zo groot is om met je vinger in je reukorgaan te peuteren? De meeste mensen gaan op deze wijze een jeukende neus te lijf. Neuspeuteren is volgens onderzoekers een biologische gewoonte met een logisch doel. In onze neus drogen slijmresten op. Als je die laat zitten, kunnen ze gaan irriteren. Zodra het snuiten in een zakdoek niet afdoende is, dient een vinger als de meest effectieve methode om de neusgaten op te schonen en daardoor weer vrij te kunnen ademen. De helft van de Nederlandse bevolking vermaakt zich één of meerdere keren per dag met het gepulk in hun neus. Terwijl de helft van ons beschaafde volk het fenomeen tegelijkertijd als vies en onappetijtelijk bestempelt. Logisch, want de aanblik van een geconcentreerde neuspeuteraar wekt aversie en weerzin op. Het mag dan een algemene gewoonte zijn, op neuspeuteren rust toch een licht taboe; het wordt doorgaans als onbeleefd gezien en met de onbevangenheid van kinderen geassocieerd.
Bloedneus
Welke buit valt de neuspeuteraar ten deel? Een samenstelling van water, antilichamen, antibacteriële stoffen, bacteriën en stof. De helft van de peuteraars verstopt de opbrengst in een zakdoek. Zo’n 10 procent gaat nog iets dieper op de zaak in. Tot compacte balletjes gedraaide snotjes worden veelal zonder gêne als ingedroogde snacks naar hun mond vervoerd en verorberd. Alsof het neusje van de zalm wordt opgediend.
Het nuttigen van een snotje, alias bulletje, purk of neuzel, wordt over het algemeen als zeer onfatsoenlijk en ongezond gezien. Onzin, volgens de Oostenrijkse hoogleraar Bischinger. Hij verdedigt zelfs de stelling dat neuspeuteren gezond is. „Het opeten van de resten is een goede manier om het immuunsysteem van je lichaam te verbeteren.”
Andere wetenschappers betwisten zijn positieve kijk. Volgens hen kan het peuteren in je neus juist schadelijk zijn, omdat een op de drie Nederlanders onbewust de staphylococcus aureusbacterie bij zich draagt, die verantwoordelijk is voor ziekenhuisinfecties. Ook kan veelvuldig gepeuter schade toebrengen aan je reukorgaan, in het bijzonder aan de vele haarvaten die in je neus aan de oppervlakte komen. Een bloedneus kan het gevolg zijn.
Obsessie
Of het nu per se gezond of ongezond is, veel dokters raden het neuspeuteren af. De beste remedie tegen een kriebelend of pijnlijk reukorgaan? Snuit je neus in een zakdoek. Ook zijn er speciale sprays ontwikkeld om korstjesvorming en verstopte neuzen tegen te gaan. Een speurtocht op internet levert zelfs stappenplannen op voor dwangmatige neuspeuteraars. Zij lijden aan ”rhinotillexomania”; rhino staat voor neus, tillexis voor de gewoonte om te peuteren en mania voor obsessie. Hoeveel mensen aan deze obsessie lijden, is niet bekend.
Is neuspeuteren an sich al een vreemd fenomeen, het levert genoeg saillante details op. Mannen blijken beduidend vaker huis te houden in hun neus dan vrouwen. Bijna een derde van de mannelijke peuteraars draait een balletje en schiet het weg.
De favoriete peuterplek van een man is thuis op de bank. Of in de auto, tijdens de file. Vrouwen verkiezen vooral het toilet. De meeste mensen passen ervoor om zich op hun werk te buiten te gaan aan gepeuter.
Bijna de helft van de neuspeuteraars laat de ‘buit’ achter op tafels en stoelleuningen. Dat zorgt niet alleen voor meer schoonmaakkosten en verspilling van werktijd, maar ook voor extra snelle verspreiding van ziektes. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu kost neuspeuteren de Nederlandse economie 25 miljoen euro per jaar!
Neuspeuteraar, wees gewaarschuwd. Niks neutraals aan het geneuzel. Laat je dus niet bij de neus nemen en kijk verder dan-ie lang is.