Handen, vingers, nagels - ze zijn bijna altijd zichtbaar en voor je het weet valt het oog van een ander erop. Goed dus om er zuinig op te zijn en er zo nu en dan wat aandacht aan te besteden.
Iedereen heeft een witte vlek op z'n nagel: de lunula, het maanvormige deel onderaan. Vooral op de duim is die goed te zien. Het is het zichtbare deel van de nagelwortel, ook wel nagelmatrix genoemd. De nagelwortel zit onder de huid waar de nagel als het ware uit de vinger groeit.
Verder zijn er op veel nagels verspreid voorkomende witte plekjes te zien. Vaak denken mensen dat die veroorzaakt worden door een calciumtekort. Maar hoeveel melk je ook drinkt, de plekjes blijven terugkomen.
Het ontstaan van zo'n wit vlekje is vergelijkbaar met dat van een blauwe plek op de huid. Doordat de nagel tegen een hard voorwerp stoot, raakt die een beetje beschadigd. Daardoor kan er lucht tussen de cellen komen, waardoor het plekje oplicht.
Nagels bestaan uit dode, verhoornde cellen en zijn de bescherming van de uiteinden van tenen en vingers. Ze groeien zo'n 0,5 tot 1,2 millimeter per week; 's zomers gaat dit sneller dan 's winters. De vlek verdwijnt pas als dat deel van de nagel is uitgegroeid. Een beschadiging kan dus best even op de nagel blijven zitten. Kinderen hebben nogal eens witte plekjes op hun nagels omdat ze zich veel vaker stoten.
Teennagels groeien minder snel dan vingernagels. Omdat tenen meestal ingepakt zijn, raken deze nagels minder snel beschadigd.
Mensen die veel huishoudelijk werk doen en daarom vaak met water en schoonmaakmiddelen in aanraking komen, hebben meer kans op dunne nagels. Handschoenen dragen is hiertegen de beste remedie.