Als je een slaapverwekkend dier moet noemen, denk je waarschijnlijk niet aan een schaap. Eerder aan een drieteenluiaard. Het beest staat bekend als het langzaamste dier ter wereld! Met slechts 100 meter per uur verpulvert het alle traagheidsrecords. Juist, als je dit dier in actie ziet, val je prompt in slaap.
Of wat dacht je anders van de koalabeer? De koala mag zich terecht de slaper van het dierenrijk noemen. Het buideldier doet zich twee uur per dag te goed aan de blaadjes van de eucalyptusboom, om vervolgens de overige 22 uur op één oor te gaan liggen. Kun je je een slaapverwekkender beest voorstellen?
Nou, eentje misschien. De marmot. Niet voor niets luidt het spreekwoord: „Slapen als een marmot.” Dit dier trekt voor zijn winterslaap gerust negen maanden uit.
Wanneer je niet kunt slapen, moet je –alle slaapverwekkende records ten spijt– geen luiaards, koala’s of marmotten gaan tellen. Nee, enkel wat ooien, rammen en lammeren. Tenminste, zo luidt de tip.
Het schaapjes tellen gaat volgens een artikel in The New York Times terug op Keltische herders in het Engeland van weleer. Om overzicht te houden op het verloop van hun handel telden de herdersvorsten geregeld hun vee. Je kunt je voorstellen dat dat –gezien de enorme kuddes– soms een aardige klus voor hen was. Menige herder dommelde bij het tellen van de zoveelste viervoeter dan ook in slaap. Mogelijk gebruikten de Kelten daarom het schapen tellen in de slaapliedjes voor hun kinderen en heeft het op die manier de eeuwen overleefd. Misschien zingen we daarom wel: „Slaap, kindje, slaap! Daar buiten loopt een...”
Maar nu vraag twee. Helpt schapen tellen eigenlijk wel? De monotone opdracht voor je hersenen om telkens hetzelfde te doen zou ervoor zorgen dat je begint te soezen. Maar helaas, het helpt juist niet, blijkt uit onderzoek van de Oxford University uit 2002. De wetenschappers vroeg een deel van proefpersonen met slaapproblemen schaapjes te tellen. Anderen moesten aan iets rustgevend denken, zoals een waterval. En de laatste groep mocht gewoon overal en nergens aan denken.
Uit het onderzoek bleek dat de mensen die aan iets rustgevends dachten twintig minuten eerder sliepen dan de controlegroep. En de schaapjestellers vielen juist later in slaap. De verklaring? Het schaapjes tellen is veel te saai om je op te concentreren. Het leidt je gedachten nog te weinig af.
Op internetfora zijn ook weinig succesverhalen te lezen. „Ik heb hele kuddes geteld, toen waren de schapen op. Maar de slaap was nog niet aanwezig”, aldus een internetter.
Mogelijk werkt het bij jou wel! Neem de proef vanavond maar eens op de som. Kruip lekker onder de wol, gebruik eventueel de tips van puntuit.nl, begin met tellen en misschien val je al snel in schaap... uhm... slaap.
8-stappenplan om schaapjes te tellen
1. Ga op bed liggen en sluit je ogen.
2. Stel je een nachthemel voor, met kleine, heldere sterren en een mooie sikkelvormige maan. Of, stel je een hemel bij daglicht voor, met een kleine groene heuvel, vol met kort, groen gras.
3. Stel je een wit hek voor, over de hele heuvel.
4. Visualiseer witte, pluizige schaapjes.
5. Stel je voor dat de schaapjes over het witte hek springen, één voor één, steeds elkaar opvolgend zonder onderbrekingen.
6. Optioneel, kun je jezelf zien als de herder, die ze allemaal telt zodat er geen één kwijt raakt.
7. Visualiseer dit continue, zachtjestellend, “1.., 2.., 3.., 4.., 5…” Sommige mensen tellen het liefst in hun gedachten, anderen juist liever hardop – dit verschilt per persoon.
8. Zak rustig weg, richting dromenland. Als je afgeleid raakt en de zorgwekkende gedachten komen terug, verzet je je er tegen en ga je weer terug naar het schaapjes tellen.
Bron: wikihow.com
----
Mop
Een Belg is met vakantie in Schotland. Tijdens een wandeling ontmoet hij een schaapherder met een grote kudde schapen.
De Belg vraagt aan de herder: „Als ik raad uit hoeveel schapen jouw kudde bestaat, mag ik er dan één hebben?”
„Prima hoor,” zegt de herder.
Waarop de Belg zegt: „167 stuks”.
Het antwoord blijkt precies goed. De Belg bedankt de herder, zoekt een mooi schaap uit, en loopt weg met het dier over zijn schouder.
De herder rent achter de Belg aan, en vraagt: „Als ik raad uit welk land jij komt, mag ik dan mijn hond terug?”
Zit je ook met een interessante vraag? Mail hem naar info(at)puntuit.nl en de redactie probeert je vraag te beantwoorden.