Over vuurwerk heeft de school één simpele regel: het is absoluut verboden. Op elke manier. Locatiemanager A. H. A. Pas windt er geen doekjes om. „Als wij zien dat een leerling vuurwerk bij zich draagt, afsteekt of verhandelt, nemen we direct contact op met de politie. Vuurwerk afsteken, ook als het legaal spul is, blijft strafbaar.”

Dit schooljaar zijn tot nu toe twee leerlingen van het VLC Barneveld betrapt met vuurwerk. De een is geschorst. De tweede maakte het met zijn illegaal vuurwerk nog bonter. De politie doet onderzoek naar die zaak.

Direct in de brugklas krijgen de leerlingen al vuurwerkvoorlichting van bureau Halt. „We doen alles wat in ons vermogen ligt om de veiligheid op school te bevorderen”, stelt Pas.

Nitraten

Leerlingen nemen het knalspul niet mee naar school vanwege de strenge regels, zeggen ze. Jurgen Schouten (14) uit Stroe legt uit hoe de leerlingen toch aan vuurwerk komen. „Op het plein lopen in de pauze jongens. Via via hoor je wie van hen verkoopt. Je kunt bij hen bestellen. Je moet dan geld meenemen en buiten school krijg je dan de spullen.”

Vijf van de zeven jongens die deze middag een potje tafelvoetbal spelen, steken de hand op als wordt gevraagd wie van hen zelf illegaal vuurwerk heeft. Vooral nitraten zijn populair. Zo’n 8 euro voor een slof van 20 is volgens de scholieren de gangbare prijs. Jurgen zelf koopt niets. „Mijn moeder houdt niet van vuurwerk met lontjes. We schieten liever carbid op de boerderij. Dat geeft ook flinke klappen.”

Een 12-jarige brugklasser vertelt even later dat hij ook wel van wat herrie houdt. „Ik steek af en toe met vrienden wat nitraten af in de woonwijk naast de school. Je moet dan goed opletten dat er geen auto’s en fietsers aankomen. Het is afsteken en wegwezen.” Op het schoolplein zelf houdt de vmbo’er zich in. „Als je gepakt wordt ben je de pineut.”

Handelaar

Even verderop leunt een tweede­klasser tegen de balustrade van de aula. Een handelaar, zo blijkt. Zijn naam houdt hij liever voor zich. Over zijn assortiment wil hij wel vertellen. „Ik verkoop cobra’s, nitraten, lawinepijlen, honderdduizendklappers en Chinese vlinders. Maar ook legaal spul voor mensen die nu al wat willen afsteken.”

Inmiddels heeft hij naar eigen zeggen zo’n 200 nitraten aan medescholieren verkocht. De winst schat hij op 15 euro. Er is dan ook concurrentie op school. „Hier lopen zo’n twintig handelaren rond, schat ik.” De reden dat hij handelt is eenvoudig: „Je kunt er geld mee verdienen.”

De handelaar vertelt dat zijn leveranciers „jongens die de handel uit Polen en Duitsland halen” zijn. Niet aan iedere leerling wil hij verkopen. „Als ze goed met leraren kunnen, sla ik ze liever over. Voor je het weet verlinken ze je.” En waaghalzen? Zou hij zich schuldig voelen als iemand door ‘zijn’ vuurwerk een hand verliest? Resoluut schudt hij zijn hoofd. „Dat is dan hun eigen schuld.”

Meiden

Waarom steken zo veel jongens illegaal vuurwerk af? Volgens Warner ter Maten (14) uit vwo 3 is dat simpel. „Illegaal is hier normaal. Ik denk dat maar weinig jongeren legaal vuurwerk afsteken. Dat is meer iets voor vaders met kinderen. Illegaal knalt harder.”

De vier vriendinnen Laura van den Brand (12), Dianne van de Kamp (13), Margred Vlastuin (13) en Ellen Visser (12) steken ook bijna allemaal vuurwerk af. Behalve Ellen. „Ik mag het niet, dus ik doe het niet.” De dames houden het bij legaal vuurwerk. „Meiden vinden vuurwerk ook leuk!” zegt Margred stellig.

Waarom ze geen nitraten of cobra’s afsteken? „Jongens willen alles uitproberen. Van ons hoeft dat niet”, verklaart Laura. „Wij zijn verstandiger”, beweert Dianne, net luid genoeg om het protest van jongens uit haar buurt uit te lokken.

Foto: Twee jongens steken illegaal vuurwerk af. De personen op de foto hebben geen relatie tot dit artikel. 


 

Zijn lesje geleerd

Daar ligt een Cobra 6. Zomaar onder een bankje in het dorp. Zwaar spul, weet Jonan van Dijk (14). „Mijn vrienden vonden het een goed idee om ’m af te steken. Ik niet. Maar ik deed het toch.”

De vrienden hadden een aansteker. Jonan houdt echter niet genoeg afstand wanneer de lont sissend korter wordt. „In één keer was er een grote explosie. Mijn arm en hand werden zwart en mijn vel was gekrompen. Toch voelde ik niks.”

Jonan besluit thuis niets te zeggen over zijn ongeluk. „Ik ging snel leren. Maar toen kwam de pijn. Zo hevig dat ik het niet meer volhield. Toen heb ik het gewoon gezegd. Dat vond mijn moeder niet zo leuk.”

Twee weken zat Jonan thuis. De arm is inmiddels goed genezen. Hij steekt in eerste instantie zelfs de verkeerde arm uit wanneer hij het litteken wil laten zien.

De tweedeklasser van het VLC heeft zich vast voorgenomen om nóóit meer vuurwerk af te steken. „Zelfs geen rotje. En als mijn vrienden een cobra willen afsteken zeg ik: Alles best, maar ik peer ’m.”

De vmbo’er realiseert zich dat hij er nog goed van af is gekomen. „Het had ook gekund dat ik hier niet meer stond.”