De vmbo-scholieren maken onder begeleiding van een kunstenaar een robot. De tandwielen van een fiets vormen het linkeroog, aan de robothelm zit een stalen spatel en de bovenbenen bestaan uit automotoronderdelen. Het stalen gevaarte van 2,20 meter hoog moet een ereplekje krijgen in de ontvangsthal van het bedrijf.
Arjen Zwolsman en Adriaan Claus (beiden 13 jaar) van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap hebben hun laskap afgezet en staan na te praten. Nooit eerder hadden de vmbo-leerlingen een lasapparaat in handen. Nu maakten ze een pennenbak.
Techniekdocent Wim van de Merwe is lovend over de openingsactie van Van den Brink. „Docenten zouden veel vaker met leerlingen bij bedrijven moeten langsgaan. Scholieren moeten zien hoe leuk techniek is.” De docent hoort van leerlingen dat ze vaak niet zitten te wachten op vieze handen. „Maar kijk eens wat een productiehal dit is. Wat een licht, wat een ruimte. Lassen hoeft niet in een donker hok. En het kan schoon.”
Distributiecentrum
Van de Merwe, die in het verleden lasser was ziet dat jongens met aanleg voor techniek soms richting theoretisch onderwijs worden geduwd. „Een van de leerlingen die ik ken, was wild van techniek. Net als zijn vader. Maar zijn moeder wilde per se dat hij naar de havo ging. Ik vertelde haar dat een van mijn oud-leerlingen een machine van een miljoen euro bedient, en netto vijfduizend euro per maand verdient. Dan kun je toch wat anders gaan aankijken tegen het vmbo”
Van den Brink Staalbouw is een van de grotere staalbouwers van Nederland. Het bedrijf maakt vooral staal voor parkeergarages en distributiecentra. Zo levert de onderneming momenteel metaal voor het nieuwe distributiecentrum van internetwinkel bol.com in Waalwijk.
In 2014 opende het bedrijf een productiehal in Barneveld. Daar werken zo’n honderd werknemers. Na de zomer van 2018 kwam ook de staalproductie in de drie keer kleinere productiehal in Nijverdal op gang. Deze vestiging zit dichter bij de toeleverancier in Raalte. Dat ziet directeur-eigenaar Robert Kwintenberg niet als voordeel van de locatie. „Twentenaren en Veluwenaren zeggen niet zoveel, maar ze werken wel. De culturen op beide vestigingen lijken op elkaar.”
Computergestuurd
De meeste medewerkers van het bedrijf hebben geen christelijke achtergrond, vertelt de reformatorische eigenaar. „Dat hoeft ook niet. Wel vragen we van werknemers onze normen en waarden te respecteren. We draaien geen muziek, willen geen afbeeldingen van naakte vrouwen aan de wand en geen gevloek. Ook werken we niet op zondag.”
Een machinebediende laat een groep senioren –waaronder oud-staalbouwers– zien hoe de boorzaagstraat werkt. Het hypermoderne apparaat werkt volledig computergestuurd en verwerkt 300 ton staal per week. „Deze machine zaagt met een snelheid van 10 millimeter per seconde door het dikste staal”, vertelt hij de groep die wordt rondgeleid. „Dat is een centimeter!”, roept een van hen met verbazing in de stem. „Per seconde?” Verbaasd schudt hij zijn hoofd.
Fruytierscholier Adriaan bekijkt zijn werk nog eens goed. „Er zaten veel hobbels in mijn lasnaad.” Heel druk maakt hij zich er niet om: „Ik wil toch de ICT in.” Het laswerk van zijn klasgenoot oogt strakker. Arjen: „Je moet het lasapparaat met twee handen goed stilhouden, langzaam bewegen en voorkomen dat je trilt.”