APELDOORN - Dode telefoonlijnen, vernielde infrastructuur en noodhulp die maar niet op gang komt. Dat is het trieste beeld dat hulpverleners schetsen van de door de vloedgolf getroffen gebieden in Azië.

Frans van Dijk, vertegenwoordiger van kinderhulporganisatie Terre des Hommes in de Indonesische hoofdstad Jakarta, zou dinsdagmorgen proberen met het vliegtuig naar Atjeh te gaan. Volgens de laatste berichten zouden op dit deel van Sumatra nog tienduizenden extra doden zijn, waarvan maandag geen notie bestond.

Het illustreert de gebrekkige communicatie in het rampgebied. Van Dijk: „De enige manier om iets te weten te komen, is er zelf heen te gaan. Ter plekke kijken we wat we aan noodhulp kunnen doen. Maar de toestand is uitermate slecht, zo veel is wel duidelijk.”

Van Dijk was maandag in Jakarta al bij de eerste vergadering van de hulporganisaties, onder leiding van de Verenigde Naties. „Toen bleek dat nog niemand aan de slag was gegaan. Alleen de regering had al wat gedaan, vooral omdat ze over helikopters beschikt. Ook wij hopen van heli’s gebruik te kunnen maken. Dat is de beste manier om snel afgelegen gebieden te bereiken.”

Maar ook met behulp van helikopters is het „nog niet zo gemakkelijk” Atjeh binnen te komen, zegt Van Dijk. „Er heerst al twee jaar een militaire noodtoestand, waardoor er geen buitenlander in mag. Maar ik verwacht dat dit nu wel anders zal worden.”