In De Wachter Sions, weekblad der Gereformeerde Gemeenten in Nederland, wijst L. M. P. Scholten erop dat er aanwijzingen zijn dat, door een uitbarsting van een vulkaan op een van de Canarische eilanden, ook in onze omgeving een vloedgolf alles kan vernietigen.
„Wat blijkt de mensheid toch kwetsbaar te zijn. Hier was nu werkelijk niets tegen te doen. En laat niemand denken dat zulke dingen alleen maar ver weg gebeuren. Ook veel dichter bij huis kan een verschrikkelijke vloedgolf alles vernietigen.
We lazen een artikel volgens hetwelk bij de Canarische eilanden een vulkaan gevaar loopt in de Atlantische Oceaan te storten, met catastrofale gevolgen.
Deze vulkaan, de Cumbre Vieja op het eiland La Palma wordt nauwgezet in het oog gehouden. Bij een uitbarsting dreigt bijna 500 kubieke kilometer rotssteen in zee te vallen. Dr. Simon Day van het Hazard Research Centre in Londen waarschuwt al jaren voor de Cumbre Vieja. De vulkaan, 2 kilometer hoog, is bij een uitbarsting in 1949 al voor een deel losgescheurd van La Palma. Een kleine uitbarsting of aardverschuiving is al genoeg om de berg geheel in zee te drijven. De gevolgen zouden dan onvoorstelbaar zijn.
Een golf met een hoogte tot wel 100 meter zou binnen een uur de nabijgelegen Afrikaanse westkust overspoelen. Aan de overkant van de Atlantische Oceaan zouden nagenoeg alle eilanden in het Caribische gebied onder water verdwijnen. Alle steden langs de Amerikaanse kust, van Boston en New York tot aan Rio de Janeiro en Montevideo zouden door de enorme kracht van de vloedgolven getroffen worden.
Maar ook West-Europa zou aan de gevolgen van een uitbarsting van deze vulkaan niet ontkomen. Een golf van 9 tot 12 meter hoog volgens de berekening van dr. Day zou langs de just van Frankrijk rollen, de Engelse zuidkust beuken, en zich door het Kanaal de Noordzee inpersen. West-Vlaanderen, Zeeland, Zuid- en Noord-Holland zouden daardoor weggevaagd kunnen worden. Dan zal het werkelijkheid worden wat de Schrift zegt: „Want uw oordeel is in één ure gekomen.”
We schrijven dit niet om bang te maken, maar om een indruk te geven van onze kwetsbaarheid en nietigheid, al roept de mens in zijn hoogmoed: Wie is Heere over ons? Alleen de Heere heeft het in Zijn hand, of deze vulkaan nu, of p as over vele jaren, of misschien wel nooit zal uitbarsten. Waarom nu juist die mensen op Sumatra en Ceylon en in India en omringende landen? Dat behoort tot de verborgenheden van Gods raad.”
