Drie jaar later verscheen er een totaal ander boek: "De poorten van Sion" van Bodie Thoene, het eerste deel in een serie die zich zou afspelen in het Israël van 1948. Veel minder omstreden dan Peretti, want hier ging het over Israël, over de vondst van de Dode-Zeerollen, over geschiedenis en geloof, maar ook over liefde en oorlog. Heel erg spannend, en nog verantwoord ook - het boek werd een geweldig succes. Dat kwam goed uit, want Thoene had nog veel meer in de aanbieding: eerst een zesdelige serie over Israël, daarna een zesdelige serie over de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, daarna nog allerlei andere series. Die boeken werden drie keer per jaar herdrukt, tienduizenden exemplaren gingen ervan over de toonbank - een enorm succes in de christelijke boekenwereld.
Toptienen
De twee uitgevers die zo voorzichtig begonnen waren met een paar Amerikaanse romans -Kok en Novapres-, kregen binnen de kortste keren concurrentie. Ineens wilde iedereen dit soort boeken uitgeven, verkopen en lezen. Historische romans om te beginnen, daarna ook eigentijdse psychologische romans, thrillers en reli-thrillers, bijbelse romans, apocalyptische boeken, noem maar op. De beste Amerikaanse schrijvers kwamen het eerst aan de beurt, daarna ook de mindere, want hoe groter de vraag, hoe dunner de spoeling. Je vraagt je af of de markt zo langzamerhand niet verzadigd is: heel wat Amerikaanse boeken zijn tegenwoordig bepaald geen groot verkoopsucces meer.
Toch bestaan de toptienen van de christelijke boekhandel nog altijd voor het grootste deel uit titels van Amerikaanse auteurs: Randy Alcorn, Linda Chaikin, Francine Rivers, Tim LaHaye & Jerry B. Jenkins, Lynn Austin, Thom Lemmons, Elyse Larson enzovoort, enzovoort. Joke Verweerd en nog een paar andere Nederlanders kunnen zich maar met moeite staande houden tegenover het Amerikaanse geweld.
Het blijft een interessante vraag wat al die lectuur doet met de opvattingen van de Nederlandse lezer op het gebied van geschiedenis, toekomstverwachting, mensvisie, geloofsbeleving, normen en waarden en zulk soort zaken. Romans lees je immers niet vrijblijvend. Je weet dat het verzonnen verhalen zijn, je beseft best dat de schrijver niet op alle terreinen van het leven de wijsheid in pacht heeft, maar toch hebben de opvattingen die via een roman tot je komen vaak veel macht. Omdat je in de huid van de hoofdpersoon kruipt, omdat je zijn leven van binnenuit meebeleeft en dus begrijpt waarom hij er zo over denkt.
Vervreemding
Het wereldbeeld dat in allerlei Amerikaanse romans tot uitdrukking komt, valt niet op één krantenpagina samen te vatten - dat is een studie waard. Je kunt je afvragen of het ene genre niet per definitie geschikter is voor het overbrengen van een christelijke boodschap dan het andere: historische romans lijken bij uitstek geschikt, terwijl thrillers en sciencefiction vaak veel meer vervreemding oproepen. De apocalyptische romans en reli-thrillers verdienen bovendien apart beschouwing, gezien de soms dubieuze theologische visies -over het duizendjarig rijk, de wederkomst, de rol van engelen en duivelen- waarvan ze uitgaan. Maar daarover is in deze krant al eerder geschreven.
Al die dingen laat ik dan ook rusten; hier gaat het om een eerste indruk van de geloofsbeleving in de gemiddelde Amerikaanse roman. Die geloofsbeleving moet trouwens goed onderscheiden worden van het Amerikaanse sfeertje en het soms wat profaan aandoende taalgebruik waardoor een boek wat oppervlakkig kan overkomen- taal en cultuur vormen natuurlijk niet de kern van de zaak, dat is alleen de buitenkant. Verder bestaan er uiteraard grote verschillen tussen Thom Lemmons en Tim LaHaye, of tussen Lynn Austin en Randy Alcorn. Maar wie een stuk of vijftig Amerikaanse romans tot zich genomen heeft, ziet wel een paar opvallende lijnen.
In veel Amerikaanse romans is sprake van grote aandacht voor de bovennatuurlijke werkelijkheid. De hoofdpersonen horen Gods stem in hun hart, ze worden op een wonderbaarlijke manier genezen of van de dood gered, ze krijgen visioenen of andere aanwijzingen voor de toekomst. Dat alles valt zeker niet onbijbels te noemen, maar die bovennatuurlijke werkelijkheid krijgt toch wel vaak iets vanzelfsprekends, iets automatisch. Misschien bedoelen de schrijvers het niet zo, misschien zeggen ze zelfs expliciet dat het niet zo werkt, maar op allerlei momenten in hun verhalen komt het wél zo over.
Als je bidt, neemt de kracht van de engelen toe en natuurlijk loopt het dan goed af. Dus bidden maar, alsof het een tovermiddel is. Als er geen wonderen gebeuren, is je geloof misschien niet goed genoeg, dus zorg dat je beter gelooft - alsof God niet vrij is om wel of niet een wonder te doen, onafhankelijk van welke mens dan ook. En omdat er in deze verhalen voortdurend sprake is van heel direct en persoonlijk contact tussen God en Zijn uitverkorenen, kun je als onervaren lezer zelfs gaan denken dat je misschien wel niet uitverkoren bent als je die ervaring nog nooit hebt gehad.
Genade
Het is alsof de schrijvers geen gewone mensen zijn, die het ook allemaal niet zo goed kunnen zien en begrijpen, maar alsof ze naast God staan en vanuit de hemel op het mensdom neerkijken, alsof ze vanuit Gods perspectief de gebeurtenissen op aarde kunnen beschrijven. Schrijvers lijken zelfs geen enkele schroom te voelen om God Zelf of de Heere Jezus in hun verhaal te laten optreden. Voortdurend spelen ze in op de menselijke behoefte aan zo veel mogelijk emotie, zo veel mogelijk bijzondere dingen en ervaringen - alsof het niet genoeg is dat God tot mensen wil spreken door middel van Zijn Woord.
Het gevaar van al die ervaringen en wonderen is dat de hoofdpersonen iets heel bijzonders worden - terwijl het in het geloofsleven natuurlijk niet om de mens moet gaan, maar om God. Dat besef mis ik in sommige Amerikaanse verhalen: dat christenen, ook ná ontvangen genade, mensen blijven die zondigen, die het elke dag opnieuw toch weer verkeerd doen. Zodat niet de keuze van de mens, maar Gods genade alleen redt van de dood, zonder enige verdienste van wie dan ook.
Voor een deel komt dat doordat de meeste Amerikaanse romans niet al te literaire bedoelingen hebben, en dus hun onderwerpen niet problematiseren. Het komt ook doordat vanuit hun meer evangelische of evangelicale traditie andere accenten gelegd worden dan in de Nederlandse, gereformeerde traditie. Persoonlijk denk ik dat de lijn van Reformatie en Nadere Reformatie dieper gaat, en daarom hoop ik dat er meer Nederlandse schrijvers komen die op dit punt voor tegenwicht kunnen zorgen - niet goedkoop, niet gewild vroom, maar op een doorleefde manier. Het Godsgemis, de existentiële worsteling, de vraag naar authenticiteit van het geloof, dat zijn dingen die in Amerikaanse romans nauwelijks ter sprake komen. Niet dat die de kern van de zaak vormen, maar in een roman geven dergelijke noties wél meer diepte aan de beschreven geloofsbeleving. Een roman is tenslotte geen pastoraal geschrift, een roman moet menselijke ervaringen -positief én negatief- beschrijven en duiden. Zoals de Bijbel zelf dat ook doet.
Positieve sfeer
Dat neemt niet weg dat Amerikaanse schrijvers in veel opzichten wel degelijk iets te bieden hebben. Heel positief is de grote nadruk die deze vertaalde romans leggen op de persoonlijke relatie met God. Waren we in de gereformeerde gezindte misschien wat te veel gewend om in fictie slechts over kerkelijke cultuur te lezen, over kerkgang en gebed en een stukje uit de Bijbel na het eten, de Amerikanen trekken ons weer bij de les. Het gaat in mensenlevens niet om een christelijk sfeertje, het gaat om persoonlijk geloof en persoonlijke bekering.
Bovendien stimuleren deze romans de lezers tot positieve keuzes op het gebied van moraal en ethiek - denk aan thema's als het huwelijk, relaties, opvoeding, abortus, manipulatie via de media. Ze dragen christelijke waarden uit: eerlijkheid, barmhartigheid, vergeving, liefde, rechtvaardigheid. En ze bieden via spannende belevenissen of romantische ontwikkelingen de lezers enige ontspanning - kennelijk sluiten ze goed aan bij het eigentijdse levensgevoel van veel christelijke lezers in Nederland.
Het lijkt me heel gezond om via boeken over de grenzen van je eigen land, je eigen belevingswereld en je eigen kerk heen te kijken. Lezen is toch ook: een kijkje nemen buiten je eigen wereld. Maar dan wél graag op een kritische manier. Niet alleen de moderne literatuur vraagt om evaluatie, de christelijke romans van Amerikaanse en Nederlandse schrijvers net zo goed. Wie zich als lezer kritisch wil ontwikkelen, moet daarom méér lezen dan Amerikaans-christelijke romans alleen.