De kleren in je kast zijn aan vernieuwing toe. Dus op naar de stad voor een mooi shirtje, stoere jeans of leuke slippers. Maar wie gaat dat betalen? Trekken je ouders continu hun portemonnee? Of moet je het met je kledinggeld zien te rooien? Magneet ondervroeg vier scholieren.

Krijg jij kleedgeld?
Gerrit Vrugteveen (16) uit Tollebeek: „Nee. Als ik wat nodig heb, zeg ik dat tegen mijn ouders. Zij betalen.”

Jan de Vries (14) uit Apeldoorn: „Mijn ouders betalen mijn kleren. Maar als ik bijvoorbeeld binnen drie maanden twee paar schoenen wil kopen, dan trekt m’n moeder me aan m’n jasje. Het tweede paar moet ik dan van m’n eigen geld betalen.”

Marlies Kuipers (15) uit Oud-Leusden: „Elke maand krijg ik 55 euro, inclusief kleedgeld. Wat ik daarvan overhoud, mag ik vrij gebruiken.”

Lineke Antonides (16) uit Oosterzee: „Ik krijg 60 euro per maand. Daar koop ik alles voor, ook panty’s en ondergoed. Als ik een keer met mijn moeder ga winkelen, betaalt zij ook wel eens een kledingstuk.”

Wat vind je van kledinggeld?
Gerrit: „Kleedgeld lijkt mij makkelijk. Als je geld overhoudt, kun je dat aan andere dingen besteden. Aangezien ik niet zo’n winkelfiguur ben, zou dat mij prima uitkomen. Aan de andere kant ben je gebonden aan je maandelijkse kledinggeld. Nu zeg ik tegen m’n moeder: Dat vind ik leuk. En dan kopen we het.”

Jan: „Kledinggeld beperkt je vrijheid. Als je iets leuks ziet, moet je wachten tot de nieuwe maand. Maar je leert wel met geld omgaan.”

Marlies: „Ik vind het prima dat ik kledinggeld krijg. Ik leer bewust naar prijzen te kijken. Ik kan m’n geld maar één keer uitgeven. Het eerste seizoen was het lastig rondkomen. Toen sprongen mijn ouders nog wel eens financieel bij. Nu heb ik een reservepotje opgebouwd voor als ik duurdere artikelen wil kopen. Soms vraag ik het geld een maand vooruit, zodat ik eerder iets kan kopen. Bij speciale gelegenheden zoals een bruiloft, betalen m’n ouders mee.”

Lineke: „Het is goed om je eigen stijl te ontwikkelen en daarin ook wat betreft uitgaven eigen keuzes te maken. Maar ik kan me voorstellen dat als je slecht met geld kunt omgaan, kledinggeld een probleem is.”

Hoeveel geld besteed jij per maand aan kleding?
Gerrit: „Per maand geeft m’n moeder zo’n 30 euro uit aan kleding voor mij. Daar hoort dan ook alles bij.”

Jan: „Mijn ouders zijn nu zo’n 30 tot 35 euro per maand kwijt.”

Marlies: „Ik kom met zo’n 55 euro makkelijk rond. Ik hou over om te sparen. Of ik koop er een armband ofzo voor.”

Lineke: „Van de 60 euro kleedgeld zet ik 15 euro op mijn spaarrekening. Van de rest kan ik prima rondkomen.”

Hoeveel geld vind jij normaal als kledinggeld?
Gerrit: „Ik vind 25 euro voor een 16-jarige normaal.”

Jan: „Ik ben 14 jaar. Dan vind ik 20 tot 30 euro per maand wel gezond.”

Marlies: „Toen ik 14 jaar was kreeg ik 45 euro plus 3 euro zakgeld. Nu ik zestien ben, vind ik 55 euro wel normaal.”

Lineke: „Ik kan het met 45 euro per maand zeker redden.”

Koop jij zelf je kleding?
Gerrit: „Meestal ga ik met m’n moeder of met een vriend.”

Jan: „Ik kijk van te voren in krantjes wat ik ongeveer voor kleren wil hebben. Soms ga ik uit school alvast alleen naar de stad. Meestal koop ik het samen met mijn moeder. Ik vind haar oordeel wel belangrijk. Zij let ook op bijvoorbeeld de prijs. Soms koop ik m’n kleren alleen. Als ze het thuis niet mooi vinden, breng ik het terug.”

Marlies: „Meestal winkel ik alleen of met vrienden.”

Lineke: „Ja.”

Moeten jongens en meiden even veel kledinggeld krijgen?
Gerrit: „Meiden mogen meer krijgen. Zij houden meer van winkelen. Ook hebben zij meer spullen nodig zoals handtasjes en hoedjes.”

Marlies: „Meiden geven meer uit omdat ze meer van winkelen houden. Maar daarmee hebben ze nog geen recht op meer kledinggeld.”

Eens komt het moment dat je financieel op eigen benen komt te staan. Je krijgt een studiefinanciering, een baan of mogelijk een uitkering. Op dat moment moet je je eigen budget kunnen beheren. Dat vraagt om voorbereiding. Kleedgeld is daarvoor een geschikt middel.

Jongeren leren zo hun uitgaven op hun inkomsten af te stemmen, moeten keuzen maken en zullen voor grotere aankopen geld opzij moeten leggen. Uit de praktijk blijkt dat kinderen vanaf twaalf jaar verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen kledingbudget. Het is goed om vanaf het begin samen met ouders op papier te zetten welke kledingstukken nodig zijn, wat de kosten daarvoor zijn en wanneer ze moeten worden aangeschaft. Belangrijk is om af te spreken welke kleding van het geld moet worden gekocht. Valt ondergoed bijvoorbeeld ook binnen de afspraken? En moet je nette kleding voor speciale gelegenheden ook zelf aanschaffen?

Hoeveel kledinggeld jongeren krijgen, hangt af van het inkomen van de ouders. Maar het is ook van belang wat je aan kleding wilt besteden: wordt er in het gezin veel of weinig belang aan kleding gehecht. Het is daarom lastig concrete geldbedragen te adviseren. Over het algemeen lopen de bedragen uiteen van 25 euro per maand voor een 12 jarige tot 60 euro per maand voor een 17 jarige. Het Nibud maakt geen onderscheid in het geven van kleedgeld tussen jongens en meisjes.

Uit een recent onderzoek dat is gehouden onder 5500 scholieren van het voortgezet onderwijs blijkt dat een scholier gemiddeld ongeveer 51 euro per maand aan kleding uitgeeft. Gemiddeld 30 procent van de scholieren tussen de 12 en 18 jaar krijgt kleedgeld.
Bron: Nibud