DEN HAAG (ANP) – Prinsjesdag mag dan een serieuze en vooral gedragen aangelegenheid zijn, de jaarlijks terugkerende traditie zit ook vol opsmuk. Het is kijken en bekeken worden. Wie draagt wat en vooral wat hebben de dames op het hoofd?


Het beeld van de hoedjes op Prinsjesdag loopt ieder jaar weer sterk uiteen. Voor de meeste dames uit de Eerste en Tweede Kamer is het kiezen van een hoofddeksel een serieuze aangelegenheid. Degenen die willen uitpakken, torsen het formaat vliegende schotel mee, terwijl een bescheiden kamerlid het houdt bij hoogstens het formaat gebakschotel.

„We hebben tegenwoordig de mond vol over normen en waarden, dan vind ik dat je geen grote hoed op kunt zetten. Daarmee ontneem je de mensen achter je het zicht", zegt Tweede Kamerlid Schreijer–Pierik (CDA). Daarom kocht ze een bescheiden, multifunctioneel hoedje, „want ik kan ’m ook na Prinsjesdag nog op". Hij past volgens haar prima bij het oudroze pakje dat ze ook nieuw heeft gekocht.

Voor Schreijer geen fratsen, of zoals ze zelf zegt: „puntmutsen, want ik ben wel Annie uit Twente. Ik wil eenvoudig blijven. Daarom is het ook een eenvoudig hoedje, bruin, met een brede rand van vilt". Die keurigheid is aan Van Velzen van de SP niet besteed. Zij blijft Prinsjesdag vooral zien als een „gekke hoedendag". „Het wordt allemaal steeds gekker met die hoofddeksels. Ik vraag me af of die mensen zichzelf nog wel serieus nemen", aldus Van Velzen.

Om die reden protesteert ze ieder jaar met een creatieve boodschap op haar hoofd. Was het eerder een hoofddeksel van stukken autoband en een nestje met eieren, nu wordt het een ’vliegtuigparkeerplaats’, belooft ze. Haar hoed is opgebouwd uit verschillende vliegtuigjes waarmee ze onder het mom ’het kabinet ziet ze vliegen’ protesteert tegen het beleid. Maar bovenal wil ze met haar creatie het publiek een beetje pret gunnen, „want veel mensen kunnen er altijd wel om lachen, of ze mijn hoedje nu lelijk vinden of niet".

Hoedenverkoopster Truus Stuiver van hoedenspeciaalzaak en galerie vindt het „ronduit beschamend" dat er dames uit de Tweede Kamer zijn die op deze manier zo tegendraads zijn. „Het is de dag van de democratie, dan vind ik het kinderachtig als je met een schaal vol eieren als hoed op je hoofd gaat lopen. Dat is volstrekt puberaal gedrag. Als je dan tegendraads wilt zijn, doe dat dan in je programma, maar maak er geen optreden van tijdens Prinsjesdag", doelt ze op een eerdere creatie van Van Velzen.

De kenner – ze verkoopt jaarlijks zo’n dertig hoedjes bedoeld voor Prinsjesdag – vindt dat vrouwen over het algemeen steeds mooiere hoeden opzetten. Vooral prinses Màxima heeft daar volgens Stuiver een positieve bijdrage aan geleverd. „Vroeger zetten hoogwaardigheidsbekleders de toon. Dat is in de loop der jaren verdwenen, maar sinds Màxima veertjes is gaan dragen, is er ontegenzegelijk tien keer meer vraag naar veren hoeden dan normaal".

Als het om een festijn als Prinsjesdag gaat, moet de vrouw daar niet al te bescheiden aankomen, vindt Stuiver. „Het is een feest, dus mag je je best laten zien met een mooie, opvallende hoed".