Prinsjesdag, een dag die in ons politieke leven niet meer weg te denken is. De ’derde dinsdag in september’ is een begrip geworden. Maar… wist je dat die ’derde dinsdag in september’ nog niet zo heel lang Prinsjesdag is? In de 19e eeuw werd Prinsjesdag lange tijd in oktober gehouden. Dat gebeurde toen op maandag. Sinds 1887 werd de vergadering op dinsdag gehouden. Door deze beslissing hoefden Kamerleden niet op zondag te reizen om de vergadering bij te wonen.

De naam ’Prinsjesdag’ stamt mogelijk al uit de 18e eeuw. Het is niet helemaal duidelijk waar die naam vandaan komt. Misschien heeft het te maken met het feit dat Koning Willem I destijds samen met zijn zoons (de Prinsen) te paard naar het Binnenhof kwam om de opening van de Staten-Generaal bij te wonen.


Een vergadering van de Staten-Generaal werd vroeger door de Koning(in) geopend en namens de Koning(in) door de Minister van Binnenlandse Zaken gesloten. In 1983 is dit afgeschaft…alleen de traditie van ’Prinsjesdag’ bleef bestaan. Men vond het belangrijk dat het staatshoofd de Troonrede bleef voorlezen.

Het is in het verleden een paar keer gebeurd dat niet de Koning(in), maar een minister de Troonrede voorlas. Meestal was dat dan de Minister-President. In 1889 en in 1890 was Koning Willem III ziek. Hij kon daardoor niet aanwezig zijn. In 1908 was Koningin Wilhelmina niet in staat de Troonrede voor te lezen: ze was zwanger.

Het is ook een keer gebeurd dat de Koningin de Troonrede niet wilde voorlezen. Dat was in 1911 en ze weigerde omdat ze het niet eens was met de benoeming van de Voorzitter van de Tweede Kamer.

Vanaf 1923 is de Troonrede bijna elke keer door de Koningin voorgelezen, behalve in 1947. Toen was Koningin Wilhelmina door ziekte verhinderd en las Minister-President Beel de Troonrede voor.

De eerste ’Prinsjesdag’ werd gehouden in 1814. Dat gebeurde in de Trêveszaal in Den Haag. Na het samengaan van Nederland met België in 1815 werd deze zaal voor zo’n grote vergadering te klein. ’Prinsjesdag’ werd toen gehouden in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Die zaal was veel groter en….. er stond een troon.

Tot 1830 vond ’Prinsjesdag’ de ene keer in Brussel en de andere keer in Den Haag plaats.

Na de Belgische Opstand in 1830 kwam hier natuurlijk een eind aan. Vanaf dat jaar vond ’Prinsjesdag’ steeds in Den Haag plaats. Sinds 1904 wordt de Troonrede voorgelezen in de Ridderzaal.

Vroeger was de Koning alleen op Prinsjesdag: zijn echtgenote was er niet bij. Later gingen vaak de meerderjarige Prinsen mee. Koningin Wilhelmina nam voor het eerst ook haar echtgenoot Prins Hendrik mee.


De moeder van Koningin Wilhelmina, Koningin Emma, heeft de Troonrede van 1890 tot 1898 voorgelezen. Ze was toen regentesse. De laatste keer was Koningin Wilhelmina, ondanks het feit dat ze nog minderjarig was, er wel bij. Daarna las Koningin Wilhelmina de Troonrede voor. Koningin Emma was daar steeds ook bij.

Nu zijn Prinses Margriet en haar man, Mr. Pieter van Vollenhoven, ook altijd bij de plechtigheid aanwezig.

In de loop van de jaren zijn er een paar bijzondere Prinsjesdagen geweest. In 1974 en in 2001 was Prinsjesdag heel sober. In 1974 omdat er toen een gijzeling was op de Franse Ambassade door Japanse terroristen; in 2001 omdat toen enkele weken voor Prinsjesdag verschrikkelijke terroristische aanslagen hadden plaatsgevonden in New-York.


In 2002 was er ook een bijzondere Prinsjesdag: Prinses Maxima was voor de eerste keer aanwezig tijdens het voorlezen van de Troonrede.In 2003 werd de vergadering waarin de Troonrede werd voorgelezen voor de eerste keer voorgezeten door een vrouwelijke voorzitter: Mevrouw Yvonne Timmerman-Buck. Zij was toen voorzitter van de Tweede Kamer.

Prinsjesdag 2004 was in meer opzichten heel bijzonder: Het was 100 jaar geleden dat de Troonrede voor de eerste keer in de Ridderzaal werd voorgelezen; Koningin Beatrix las de Troonrede voor de 25e keer voor en….. de Minister-President, premier Balkende was afwezig omdat hij in het ziekenhuis lag.