HERVELD - Jaap van de Pol wilde eerst niet, maar ging vrijdag toch naar Soestdijk. „Hij lag er zo vredig bij. Met een anjer in de hand en een olifantje erbij.”
Vier weken geleden werd Van de Pol 75 jaar. Om tien over zes ’s avonds was Soestdijk aan de lijn. Prins Bernhard. „Hij sloot het gesprek af met de woorden: Tot ziens in Wageningen. Dat was zijn hartenwens.”
Voor de bejaarde man uit het Betuwse Herveld was het heengaan van de prins een slag. „Alsof je vader overlijdt.” Hij kende de prins goed. Ieder jaar op 5 mei reed hij hem in zijn jeep in Wageningen. Van de aula naar de kerk, van de kerk naar hotel De Wereld. Mooie jaren, goede herinneringen.
De jeep staat in de schuur achter het huis. Een echte Willy’s uit 1943: vier cilinders, 60 pk, topsnelheid 105 kilometer per uur. In de Tweede Wereldoorlog ergens in de Betuwe achtergelaten door de geallieerden. „Laatst kreeg ik een bod van 20.000 euro”, glimlacht Van de Pol. „Maar hij is niet te koop.”
Liefhebbers herkennen de jeep van Bernhard onmiddellijk. Aan het kenteken: PJ („Prins Jaap, zeggen ze dan”)-80-00. Of aan de kenmerken: het wapen van de prins, vier sterren als van een bevelhebber op de bumper en de letters CNF: Commander Netherlands Forces.
In mei volgend jaar wil hij er in Wageningen mee rijden. „Lege stoel met een zwarte kap eroverheen. Aan het begin van het defilé. Dat is toch een mooi eerbetoon aan de prins.”
De kennismaking tussen Van de Pol en Bernhard was in 1989. „In Heeswijk stond ik een militaire herdenking te filmen. De prins riep me op het podium waar hij op stond. Kom hier, zei hij, dan kun je het veel beter zien.”
Via een kennis raakte hij betrokken bij de jaarlijkse parade van veteranen op Bevrijdingsdag in Wageningen. Of hij de prins wilde rijden. „Moest ik eerst de jeep laten keuren op Soestdijk.”
Jaar in, jaar uit was Van de Pol er in Wageningen bij. Ook in 1995, toen de prins terugkwam van een strijd op leven en dood. Ook in de zomer van 2001, toen de prins in de tuin van Soestdijk zijn 90e verjaardag vierde. „De doktoren kunnen veel, liet hij weten, maar de beste medicijnen zitten hier. En hij klopte zich op de borst.”
Volgens Van de Pol was de prins geloviger dan de buitenwereld denkt. „Hij zei me eens: Je hoeft niet per se naar de kerk te gaan om te geloven. De laatste jaren wees hij wel eens met zijn vinger naar boven en zei: Wij maken de dienst niet uit.”
Hij herinnert zich hoe de prins altijd met twee handen iemand vastpakte. „En als we elkaar een keer niet troffen, zei hij later: Jaap, oogcontact is ook contact.”
Bernhard had oog voor kleine dingen. „Hij kreeg een schilderij van zijn jeep. Prachtig, vond hij het. Om meteen te zeggen: Dat kenteken hoort er niet op. Als ik er in de aula in Wageningen even niet was viel hem dat op. Waar is Jaap, vroeg hij dan.”
Hoe het verder moet met het defilé in Wageningen weet Van de Pol niet. „Er valt iets weg wat onvervangbaar is. Pieter van Vollenhoven zijn schoonvader vervangen? Ik denk het niet. De kroonprins? Zou kunnen, maar hij heeft niet die band met de oorlog.”
Jaap van de Pol zal zich prins Bernhard herinneren als een duidelijk mens. „Zijn ja was ja, zijn nee nee. Die rechttoe-rechtaanmentaliteit vond ik zo sterk van hem.”
Dit is de vierde aflevering van een serie interviews met mensen die prins Bernhard persoonlijk hebben gekend. Woensdag deel 5.