Subthema 'Commentaar'

Moedig en overmoedig

Ook al mocht prins Bernhard de leeftijd van de zeer sterken ver overschrijden en ondanks het feit dat hij in het verleden vaak wonderlijk herstelde van ziektes, toch is woensdagavond ook voor hem waar geworden: Het is de mens gezet eenmaal te sterven.

Het overlijden van de prins is het derde sterfgeval binnen de koninklijke familie in goed twee jaar. Voor de Koningin, haar zussen en de andere familieleden een ingrijpend verlies. Vooral ook omdat de Oranjetelgen in het algemeen een bijzonder goede band hadden met vader en grootvader Bernhard. Meeleven en menselijke troostwoorden zijn in zo’n situatie op hun plaats, maar schieten tegelijk tekort.

Behalve dat de prins binnen de familie groot gezag had, genoot hij ook in brede lagen van de samenleving veel aanzien. Jarenlang was hij de ambassadeur van het Nederlandse bedrijfsleven. Door zijn positie en door zijn charmes wist hij deuren te openen die voor anderen gesloten bleven. Zeker in de jaren van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog heeft dat het bedrijfsleven in ons land geen windeieren gelegd.

Met name oorlogsveteranen droegen hem op handen. Zij beschouwden de prins als hun held vanwege zijn optreden tijdens en na de oorlog. Daarbij ging het niet primair om de bijzondere krijgsverrichtingen van de prins tijdens de bevrijding van ons land, maar veelmeer om zijn kameraadschap en durf, die soms het karakter kreeg van overmoed.

Bang was de prins inderdaad niet. In optreden en uitspraken toonde hij soms een vrijbuiter te zijn die nauwelijks paste binnen de wettelijke grenzen van de constitutionele monarchie. Juist doordat hij publiek durfde te zeggen waar het op stond, was hij voor een belangrijk deel van het volk de favoriete prins. De prins zei wat het volk dacht.

Zijn moed leidde ertoe dat hij eind jaren vijftig de groeiende invloed van Greet Hofmans ter discussie stelde. Door te kiezen voor een rigoureuze aanpak wist hij te voorkomen dat ons land in een constitutionele crisis terechtkwam.

Zijn overmoed had tot gevolg dat hij begin jaren zeventig een forse stap terug moest doen toen uit onderzoek naar de Lockheed-zaak bleek dat de prins niet altijd op verantwoorde wijze met zijn vrijheden en voorrechten kon omgaan. Later heeft hij zelf de hele affaire een „belangrijke en ingrijpende les” genoemd. Tegelijk gaf hij toe veel pijn te hebben geleden door het wantrouwen van mensen en door de roddels.

Tot zijn vrijbuitergedrag behoorde ook zijn flamboyante levensstijl. Hij genoot met volle teugen van het „goede leven.” Ongetwijfeld heeft zijn optimisme hem door allerlei moeilijke situaties heen geholpen. Tegelijk gaf hem dat ook het imago van lichtzinnigheid.

Gesprekken over de dood en het leven na dit leven ging hij bij voorkeur uit de weg, al beweerde hij enkele malen niet bang te zijn voor het sterven. Zondag zei hij nog tegen een journalist van de Volkrant zich op zijn aanstaand sterven te verheugen zoals een jongetje van zes jaar op zijn verjaardag. Heel bewust wilde hij dat er in de laatste weken geen ingrijpende medische behandelingen meer werden uitgevoerd.

Anders dan zijn vrouw, prinses Juliana, leken spirituele vragen de prins nauwelijks te interesseren. Ook de kerk had zijn belangstelling niet. Ooit vertelde hij „de lieve ds. Nico ter Linden” te hebben gevraagd om duidelijk bij zijn begrafenis te zeggen dat hij niet bij een kerkgenootschap wenste te behoren. Toch wist de prins dat de dood niet het absolute einde is. In een vraaggesprek zei hij eens: „God heeft mij in het leven geroepen en mij mijn plaats gegeven. Ik zal aan Hem verantwoording afleggen voor wat ik van mijn leven heb gemaakt.” Bij alle respect en terechte waardering die de prins van het Nederlandse volk verdient, telt uiteindelijk het oordeel dat Hij over elk mens velt.

Lees meer