Je kunt je zomaar innig verbonden voelen met een wildvreemde. Het overkwam me recent weer, met de schrijver van een ingezonden stuk. Geen idee meer in welk blad z’n brief stond, maar dat doet er ook niet toe.
De strekking van zijn inzending was dat wanneer de Kampioen van de ANWB een bestemming aanbeveelt, hij onmiddellijk besluit daarheen voorlopig niet af te reizen. Tips van deze wielrijdersbond boekt hij bij voorbaat in als negatief reisadvies. Want als slechts 1 procent van de miljoenen bekijkers van het blad de raad ter harte neemt, wil hij daar niet zijn. Omdat er geen doorkomen aan is. Hij kon mijn eeneiige tweelingbroer zijn, die ik overigens niet bezit.
Op donderdag trek ik twee retourtjes ’s-Hertogenbosch uit de NS-automaat, voor zaterdag. Op vrijdag valt de Kampioen op de mat. Op de omslag: ”Funshoppen in Den Bosch”. Ja hoor, dat hebben wij weer. De oplage van de Kampioen is zó groot dat hij verspreid over twee weken uitkomt. Anders raakt de logistiek bij drukker, vervoerder of bezorger in de knoop.
We zijn nog maar net station ’s-Hertogenbosch uit, nog geen 100 meter richting centrum, of het is duidelijk dat ónze landstreek in ieder geval niet de eerste was in de bezorgschema’s. Op het trottoir voor een in het artikel aanbevolen banketbakkerij & patisserie staat een fikse file. Hoewel de befaamde Bossche bollen bij elke bakker en in ieder restaurant ruim voorhanden zijn, als de Kampioen zegt dat ze daar en daar het best zijn, dan ga je daar met z’n allen voor de deur liggen! Kun je op feestjes vertellen dat jíj erbij was.
Het weer is prachtig, het stadsschoon valt me wat tegen. De markt op de Markt is zó smoordruk dat we al snel besluiten tijdelijk gescheiden op te trekken. Dan kan m’n vrouw lekker lappen keuren en kopen en uitkijken naar het vestje in de kleur die ze zoekt. En heb ik alle ruimte om de Sint-Jan te bezoeken en rond te dwalen in de paar prachtige boekhandels die Den Bosch rijk is.
De organist van het Sint-Jansorgel trakteert me onverwacht op enkele ”Pièces de fantaisie” van Louis Vierne en nog wat andere Franse heerlijkheden. Wat dat betreft kan de dag niet meer stuk. Als hij stopt, verlaat ik de kerk om via de kortste route een boekwinkel te bereiken. Philippe Claudels debuut, in Nederland pas na drie latere werken uitgegeven, ligt hoog opgetast. Daar kwam ik voor.
In de namiddag zijgen we, herenigd, neer op een terras met uitzicht op de Markt, waar de menigte nog steeds funshopt. Proef dat woord. Ik moet denken aan wat een goede bekende, Bert Woudenberg van 3VO, ooit zei in de RD-kolommen. „Veel verontrustender dan de 24-uurseconomie vind ik het feit dat veel mensen in hun vrije tijd, op welke dag dat ook is, met hun ziel onder de arm lopen. Winkels gaan op allerlei tijden open omdat mensen zich met hun tijd geen raad weten. We praten dan heel mooi over recreatief winkelen. Ik heb het liever over mensen die niet weten wat ze moeten doen.” Tja Bert, ik zag weer veel zielen onder veel armen.
Voor de terugweg kiezen we dezelfde looproute, via de brug met fraaie vergezichten over de Dommel. Op de stoep voor de bakkerij staat nog steeds een lange rij. Die bakker moet zich vandaag wezenloos hebben gewerkt om iedereen van Bossche bollen te kunnen voorzien. Ik wens hem voor de komende weken veel sterkte.
Funshoppen in Den Bosch. En wij waren erbij!
MAX