APELDOORN - Ouders van jonge kinderen vinden het belangrijk dat auteurs van kinderbijbels een zogeheten toepassing maken. Dat blijkt uit een recent onderzoek onder RD-lezers. Ook moet het belang van geloof en bekering goed uitkomen. Ruim 70 procent van de ouders leest hun kinderen dagelijks voor uit een kinderbijbel.


Het is nodig dat een auteur van Bijbelse vertellingen de kinderen aanspreekt op het belang van geloof en bekering, vindt 87 procent van de inzenders; slechts een klein deel meent dat auteurs uitsluitend de Bijbeltekst moeten navertellen.

Van de 1200 aselect verstuurde formulieren werden er ruim 300 geretourneerd. Van die groep vaders en moeders zegt 70 procent dagelijks uit de kinderbijbel voor te lezen. Meer dan de helft van de gezinnen heeft de kinderbijbel van Joh. Vreugdenhil in de kast staan. Eveneens een ruime helft bezit H. van Dam. Deze twee schrijvers worden ook het meest gelezen, op afstand gevolgd door ds. C. J. Meeuse, Ada Schouten-Verrips, E. Kuijt en L. Snoek. 

In de dertig gestelde vragen komen identiteitsgevoelige onderwerpen aan de orde, zoals het afbeelden van de Heere Jezus en de aansluiting van een kinderbijbel bij de Bijbelvertaling die men leest.

Ruim de helft van de ouders vindt dat het afbeelden van de Heere Jezus wel mag, mits het eerbiedig gebeurt of alleen van de achterzijde. Bijna twee derde vindt het heel belangrijk dat een kinderbijbel aansluit bij de Bijbelvertaling die men leest, in veruit de meeste gevallen de Statenvertaling. Veel minder belang zeggen respondenten te hechten aan het kerkverband waartoe de auteur behoort.

Lees meer over kinderbijbels in het katern Boeken in het Reformatorisch Dagblad van woensdag.