Het bezoek stond in het kader van het uitwisselingsproject ‘Vakjongeren voor vakjongeren’ in samenwerking met de christelijke Stichting Woord en Daad.
De vijftien vmbo-3-leerlingen uit Zeeland verbleven in Bangladesh op een vakschool die qua onderwijsaanbod sterk lijkt op hun eigen school. Samen met de Bengaalse leerlingen voerden zij opdrachten uit, en intussen leerden zij de cultuur van Bangladesh en zichzelf beter kennen. „Ik heb veel met deze jongeren gepraat over hun familie en hoe dingen in Bangladesh gaan”, zegt Anthonie Kosten (15), leerling bouwtechniek.
Bouwtechniekleerling Joost Moens (15) maakte samen met Bengaalse leerlingen een tafeltje, maar dan wel op de manier zoals dat in Bangladesh gaat: er wordt veel meer met de hand gewerkt dan in Nederland. De communicatie was soms lastig, zegt Joost. „Maar met handgebaren en een beetje op elkaar letten kom je een heel eind. Ze lijken zelfs wel wat bang van machines. Ik heb gezien dat de leerlingen hier eerst een kruisje sloegen voordat ze een zaagmachine aan durfden te zetten.”
De leerlingen hebben niet alleen vakkennis opgedaan en gedeeld, ze zijn ook persoonlijk veranderd door de reis naar Bangladesh. „Ik ga veel beter opletten op mijn eten: dat ik geen dingen meer weggooi die nog goed zijn”, zegt Anthonie Kosten. „We hebben een krottenwijk bezocht waar de mensen echt bijna niets hadden en in grote armoede leefden. En toch nodigden de mensen ons uit in hun kleine huisje en wilden zij het ons naar de zin maken.”
Annemieke Slabbekoorn (leerling zorg en welzijn) heeft in Bangladesh geholpen bij de verzorging van kinderen in kindertehuis Home of Blessing. Maar ze bezocht ook de huizen van arme Bengalen. „Dat zal me altijd bij blijven”, zegt ze. „Dat de mensen daar het met zo weinig moeten doen, terwijl wij zo veel hebben. Ik denk dat ik dat nooit meer vergeet.”
De leerlingen werden zelfs uitgenodigd om in het huisje van 3 bij 4 meter op het bed te gaan zitten. „In de cultuur van Bangladesh is dat de grootste eer die je een gast kunt geven”, legt Anthonie uit. „Wonderlijk is dat mensen die niets hebben, het weinige dat ze hebben, toch delen met volslagen vreemdelingen die toevallig langs komen. Daar kunnen wij in Nederland een voorbeeld aan nemen.”