De zoektocht naar wrakstukken van de vermiste vlucht MH370 ligt voorlopig stil. Zwaar weer maakt het mogelijke rampgebied ontoegankelijk, aldus Australische autoriteiten vandaag. Het zoekgebied wordt geteisterd door golven van 6 meter hoog, zware regen, harde wind en laaghangende wolken. Schepen en vliegtuigen kunnen daarom niet uitrukken.

De zoektocht naar de mysterieus verdwenen Boeing 777 kreeg gisteren opnieuw een onverwachte wending. De Maleisische autoriteiten en Malaysia Airlines zijn ervan overtuigd dat het op 8 maart verdwenen vliegtuig in de Indische Oceaan moet zijn neergestort. De onvermijdelijke conclusie daarbij is dat alle 239 inzittenden van vlucht MH370 zijn omgekomen, aldus de Maleisische premier Razak gisteren.

Uit een nieuwe analyse van satellietgegevens blijkt volgens de premier dat de laatste positie van het vliegtuig midden boven de Indische Oceaan, ten westen van de Australische stad Perth, moet zijn geweest. Brokstukken zijn er echter nog niet gevonden. In de verre omtrek is geen land te bekennen. Daarom moet het toestel, aldus de premier, in de oceaan ten onder zijn gegaan. Hij maakte het nieuws gisteren „met grote droefenis” bekend. Nabestaanden reageerden woedend, sommigen vielen flauw.

De opzienbarende informatie is te danken aan nieuwe analyse van satellietgegevens van de Britse luchtvaartveiligheidsdienst en telecommunicatiebedrijf Inmarsat. Het Britse concern, 35 jaar geleden opgericht, is een belangrijke dienstverlener voor communicatie via satellieten. Inmarsat vangt met meerdere satellieten signalen van vliegtuigen op en stuurt deze naar fabrikanten luchtvaartmaatschappijen. Het Acarssysteem verstuurt automatisch informatie over de technische staat van het vliegtuig, bijvoorbeeld de motoren.

Eerder werd al bekend dat dit systeem aan boord van vlucht MH370 –mogelijke moedwillig– 
is uitgezet vlak voordat het 
vliegtuig de oostkust van het 
Maleisische schiereiland verliet. Hoewel het Acarssysteem uitstond, bleef de Boeing op de achtergrond signalen sturen naar satellieten.

Aan de hand van deze signalen is het vliegtuig gelokaliseerd. Bij de vaststelling van deze informatie heeft Inmarsat signalen van andere vluchten met soortgelijke Boeings vergeleken met dit raadselachtige geval. De nieuw ontwikkelde analyse is nog niet eerder gebruikt, aldus topman McLaughlin.

Volgens Inmarsat heeft het vliegtuig nog zeker vijf uur gevlogen. De analyse van de satellietgegevens geeft echter geen enkele duidelijkheid over de oorzaak van de vliegramp. Ook kunnen op grond van deze gegevens hoogte en snelheid van het toestel niet worden vastgesteld.

De tijd dringt, omdat de zwarte doos van het vliegtuig –met cruciale informatie over het verloop van de vlucht– na dertig dagen stopt met het uitzenden van signalen. Zonder deze signalen is het vrijwel onbegonnen werk om de zwarte doos te lokaliseren.

Het toestel zou zijn neergekomen in een van de meest verlaten gebieden ter wereld. Veel informatie over de oceaanbodem ter plekke is niet bekend. „We hebben waarschijnlijk betere kaarten van het maanoppervlakte dan van dit deel van de zeebodem”, aldus oceanograaf Simon Boxall van de University of Southampton.