Volgens de Franse autoriteiten vielen door het noodweer zondag zeker 45 doden. De meesten zijn verdronken. Tientallen personen raakten gewond. Premier Francois Fillon kondigde aan de storm tot een natuurcatastrofe te bestempelen om sneller financiële hulp te kunnen bieden aan de getroffen, deels overstroomde regio's.
Het is de zwaarste storm in Frankrijk sinds 1999, toen 92 doden vielen. Eerder kwamen door Xynthia meerdere mensen om in Portugal en Spanje, later vielen ook slachtoffers in België en Duitsland.
In Frankrijk werden de regio Bretagne en de kuststreek tussen Bordeaux en Nantes het zwaarst getroffen door zware regenval en de buitengewoon harde wind, die pieken met snelheden tot 150 kilometer per uur bereikte. Ooggetuigen meldden 8 meter hoge golven. De Franse president Nicolas Sarkozy wil het rampgebied aan de Atlantische Oceaan maandagochtend bezoeken.
In sommige kustplaatsen stond meer dan 1,5 meter water, vooral in de streek van La Rochelle. Reddingswerkers hielpen getroffen bewoners, die op daken waren gevlucht, onder meer met helikopters. Aan de kust van Bretagne moest een bejaardentehuis worden geëvacueerd.
Meer dan een miljoen huishoudens zaten zonder stroom omdat elektriciteitskabels braken. Op de Parijse luchthaven Charles de Gaulle schrapte de luchtvaartmaatschappij Air France wegens het noodweer honderd van de circa zevenhonderd geplande vluchten. In Parijs zelf bleven de stadsparken gesloten. De wegen van Frankrijk naar Spanje waren nauwelijks begaanbaar door omgewaaide bomen en gevallen rotsblokken.
In Duitsland moest een van de drukste autosnelwegen van het land, de A3, bij Frankfurt worden afgesloten. Bouwmateriaal waaide bij de internationale luchthaven de weg op. Het vliegveld zelf was ook uren dicht. In veel gebieden werd het treinverkeer stilgelegd, waardoor reizigers met urenlange vertragingen te maken kregen. In het zuidwesten van Duitsland werd een windsnelheid van 165 kilometer per uur gemeten.
Kustgebieden in Portugal beten zaterdag de spits af. Daarna trok Xynthia verder over Spanje, waar in het Baskische stadje Orduna een recordwindsnelheid van 228 kilometer per uur werden gemeten. Spaanse weerdeskundigen spraken over een „meteorologische bom".
Vervolgens waren Frankrijk, België en Duitsland aan de beurt, waarbij ook het zuiden van Nederland werd geschampt. Het stormweer leidde ook in België tot veel overlast. Vooral in de Ardennen, de rest van Wallonië en in de provincies Vlaams-Brabant en Limburg moest de brandweer veelvuldig uitrukken omdat er omgewaaide bomen op de weg lagen.
Ook gebouwen liepen hier en daar averij op door de storm. In Meise, bij Brussel, moest een bejaardentehuis worden ontruimd wegens schade aan het dak.
tekst en beeld ANP
