Dat heeft de politie bekendgemaakt. Al-Qaida en de Pakistaanse Taliban hebben de verantwoordelijkheid voor de moord opgeëist.

De 42-jarige rooms-katholieke Bhatti, die eerder werd bedreigd door islamitische militanten, was een tegenstander van de strenge blasfemiewet in Pakistan. Onder die wet geldt de doodstraf voor belediging van de islam. In pamfletten die woensdag op de plek van de moord zijn gevonden stellen Al-Qaida en de Pakistaanse Taliban dat ze Bhatti vermoord hebben vanwege zijn geloof en omdat hij tot een commissie zou behoren die de blasfemiewet wil herzien. De regering ontkent het bestaan van een dergelijke commissie.

Eerder dit jaar werd de gouverneur van de provincie Punjab, Salman Taseer, door zijn bodyguard vermoord. De lijfwacht zei uit woede te hebben gehandeld, omdat de politicus zich tegen de blasfemiewet had uitgesproken.

Bhatti werd woensdagmiddag onder vuur genomen voor het huis van zijn ouders in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Twee mannen openden de deur van zijn auto en probeerden Bhatti eruit te trekken terwijl een derde man met een kalasjnikov het vuur op hem opende. De auto was doorzeefd met kogels toen de daders ervandoor gingen. Het is nog niet duidelijk waarom Bhatti, lid van de regerende Pakistaanse Volkspartij, op dat moment geen bodyguards bij zich had.

Pakistaanse christenen rouwden woensdag om de dood van hun boegbeeld. Christenen vormen de grootste religieuze minderheid in het land, waar ongeveer vijf procent van de 180 miljoen mensen niet-moslim is. Ze hebben erg weinig politieke macht en hebben vaak slechtbetaalde banen. „We zijn vandaag wezen geworden", zei Rehman Masih, een christelijke inwoner van Islamabad. „Wie vecht nu nog voor onze rechten? Wie verheft zijn stem voor ons? Wie zal ons helpen?"

tekst AP, beeld EPA