”Waarom heb jij zo veel en ikzelf bijna niets”, is de zin uit een bekend christelijk kinderliedje. De 12-jarige Oumar uit Nigeria zou die vraag kunnen stellen. Een paar maanden geleden is hij van huis vertrokken om in de stad Niamey, 130 kilometer verderop, geld te verdienen voor eten. Hij heeft een zware baan. „Ik verkoop vruchtensap op straat, daar moet ik de hele dag voor lopen.” Uitrusten durft hij niet. „Anders krijg ik misschien minder salaris, dus kan ik beter zo hard mogelijk werken.”

Met zijn werk verdient hij 15 euro per maand, dat hij weer naar zijn ouder in het dorpje Damana stuurt.

Oumar heeft nog geluk dat hij kan werken. Veel kinderen zijn daar te jong voor, of kunnen geen werk vinden. En al hadden ze geld, dan is er geen voedsel om te kopen. Dat was ook in Damana het geval, Oumars dorp.

In Niamey ontmoette Oumar zijn twee oudere zussen. Die hadden Damana al eerder hadden verlaten om geld te verdienen voor voedsel. Oumar woont nu met zijn twee zussen in een tentenkamp, zonder stromend water of sanitair.

Het is zijn droom om ooit docent te kunnen worden. Daarom houdt hij ervan om te leren. „Als je naar school geweest bent, kun je een baan vinden en een beter leven krijgen”, zegt hij.

De vraag is of hij zijn droom ooit kan waarmaken. Oumar gaat sinds de voedselcrisis niet meer naar school. Pas als het regenseizoen weer aanbreekt, kan hij misschien naar huis om met zijn vader op het land te werken. „Dat is beter dan op straat vruchtensap verkopen. Ik vind het hier verschrikkelijk. Ik wil heel graag weer naar huis gaan”.

Ook de Nigeriaanse Oumou (16) weet wat het is om honger te lijden. „We hebben nog nooit zo weinig te eten gehad”, zegt ze. „Soms heb ik zo’n honger dat ik op school geen energie heb om zelfs maar naar het schoolbord te kijken.”

Zara (14) heeft dezelfde ervaring, en denkt erover om maar te stoppen met school. Zoals zo veel leeftijdsgenoten. Veel kinderen zijn te zwak om naar school te gaan. Anderen moeten met hun familie mee als die wegtrekt op een zoektocht naar eten.

De 12-jarige Semana verhuisde met zijn familie naar een buitenwijk van Niamey, dezelfde stad als waar Oumar werkt. Sinds hij daar woont, is hij niet naar school geweest. „Dat kan niet”, zegt hij. „Ik moet samen met mijn vader werken om geld te verdienen voor eten.”

----

Tienduizenden kinderen zijn door de voedselcrisis in de Sahelregio ondervoed geraakt. Het totale aantal kinderen dat getroffen kan worden door de ergste vorm van ondervoeding is volgens Unicef meer dan 1 miljoen.

Het gaat om kinderen in Niger, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Burkina Faso, Senegal, Kameroen en Nigeria. Deze landen horen bij de Sahel, de regio ten zuiden van de Sahara.

De crisis brak uit nadat de landen getroffen werden door enorme droogte. Allerlei organisaties, waaronder Unicef en Woord en Daad, proberen geld in te zamelen om de slachtoffers met voedselhulp door de crisis heen te loodsen.

De Sahelregio lijdt vaker onder droogte; ook in 2005 en 2010 werd hij getroffen door hongersnood. Sommigen zeggen echter dat de huidige crisis erger is dan die van de afgelopen jaren, omdat er een groter gebied getroffen wordt en veel arme boeren nog niet hersteld zijn van de droogte in 2010.

De voedselcrisis in de Sahelregio lijkt op die van vorig jaar in de Hoorn van Afrika. Toen kwamen volgens schattingen van de Britse regering tussen de 50.000 en de 100.000 mensen om het leven door droogte in Kenia, Ethiopië, Uganda en Djibouti. Meer dan 12 miljoen mensen hadden voedselhulp nodig.

Unicef.nl