De Syrische regering sprak de beschuldiging meteen tegen. De Europese Unie en de Arabische Liga willen dat de Verenigde Naties snel en grondig onderzoek doen naar de beweringen van de Syrische oppositie. Een VN-team is al in het land om eerdere beschuldigingen van de inzet van gifgas te onderzoeken.
Duidelijk is wel dat de Syrische bevolking woensdag opnieuw zwaar werd getroffen door aanvallen en bombardementen, vooral in dichtbevolkte wijken en dorpen ten oosten van de hoofdstad Damascus. Daarbij zijn vele honderden mensen om het leven gekomen, onder wie veel vrouwen en kinderen.
De schattingen van het totale aantal doden liepen ook woensdag weer flink uiteen. Syrische activisten spraken van in totaal bijna 650 doden. De Syrische oppositieleider George Sabra meldde op een persconferentie in de Turkse stad Istanbul dat er zo’n 1300 mensen omkwamen door de serie aanslagen, en dat er gifgas is ingezet. „Het is niet de eerste keer dat het regime chemische wapens heeft gebruikt”, zei Sabra. „Het is wel een belangrijk keerpunt, omdat het deze keer om vernietiging was te doen en niet om terreur.”
De EU vindt het gebruik van chemische wapens, door welke partij dan ook, volstrekt onacceptabel. De chemische stoffen leiden tot een gruwelijke langzame dood. Bijna alle landen ter wereld steunen daarom het verdrag dat chemische wapens verbiedt, maar Syrië als een van de weinige landen niet.