Volgens de christelijke stichting worden er wereldwijd ongeveer honderd miljoen christenen vervolgd vanwege hun geloof. Noord–Korea staat in 2009 voor de achtste keer op rij op de eerste plaats. Op nummer twee en drie staan Iran en Saoedi–Arabië. Het jaar daarvoor was dat nog andersom.
Open Doors kende in totaal vijftig landen punten toe op basis van factoren als de wetgeving rond godsdienstvrijheid, de vrijheid om een kerk te kunnen stichten en het aantal christenen dat wordt gemarteld en vermoord.
Voor acht van de landen uit de top tien, en in totaal 35 van de vijftig landen die op de ranglijst staan, is islamitisch extremisme de voornaamste bron om christenen te vervolgen.
Noord–Korea staat volgens de stichting met 90,5 punten op 'eenzame hoogte'. Met 67 punten scoort de nummer twee op de ranglijst, Iran, daar ruim onder. Volgens Open Doors–woordvoerder Klaas Muurling worden in Noord–Korea meer dan vijftigduizend christenen gevangen gehouden en kunnen de ongeveer 400.000 christenen die het land wonen alleen in het diepste geheim samenkomen. „Het is eigenlijk heel bijzonder dat er überhaupt een kerk is".
Het regime maakt georganiseerde religie onmogelijk voor christenen, zegt Muurling, die Noord–Korea zelf ook eens bezocht. „Mensen improviseren daarom een kerkdienst door bijvoorbeeld met z'n tweeën op een bankje te gaan zitten in een park. Zonder de handen te vouwen of Bijbel vieren ze dan toch een zondagdienst".
Somalië staat nummer vier op de ranglijst en vakantieparadijs Malediven op de vijfde plaats. De overheid van het vakantieoord verbiedt elke andere vorm van godsdienst dan de islam en blijft systematisch christenen vervolgen, aldus de stichting.
Sterkste stijger op de ranglijst is Mauritanië. In het islamitische Noord–Afrikaanse land is de groep van ongeveer vierduizend christenen mikpunt van extremistische groeperingen en de overheid zelf. Mauritanië maakte een sprong op de ranglijst van achttien naar plaats acht.