Het bericht telt slechts een tiental regels, haastig weggetikt in de chaos na de aardbeving. Maar het korte epistel weerspiegelt in alle hevigheid de ernst van de situatie in het straatarme land, dat de naweeën van een orkaan in 2008 nog amper te boven is.
Ds. Sainvilus point du Jour, directeur van AMG, een partnerorganisatie van Woord en Daad, beschrijft de ontreddering na de natuurramp in een mail aan de hulporganisatie. „Regeringsgebouwen zijn ingestort, huizen, wegen en bruggen zijn vernield. Er zijn zo veel mensen gedood. We weten nog niet hoeveel, maar de aantallen zijn extreem hoog."
Telefoonverkeer is in Haïti sinds de aardbeving niet meer mogelijk, meldt Point Du Jour. „Autoverkeer is er ook niet, want de wegen zijn kapot. Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti, is bedekt met een dikke laag stof. Er is geen elektriciteit, mensen huilen om hulp. Het bloed vermengt zich met het stof. Zowel volwassenen als kinderen liggen onder het puin."
De Haïtiaanse voorganger doet een dringende oproep tot gebed voor het zwaar getroffen land. „Wat jullie nu voor ons kunnen doen is bidden, bidden, bidden."
En nog eens aan het eind van het bericht: „Bid alsjeblieft voor ons."
tekst en beeld EPA