De aardbeving trof Nieuw-Zeeland dinsdag met een kracht van 6,3 op de schaal van Richter. Het was de tweede zware aardbeving die de stad trof binnen een halfjaar tijd.


Zeker 120 mensen zijn inmiddels levend onder de brokstukken vandaan gehaald. Sommige slachtoffers liepen een paar schrammen op, bij anderen moest een ledemaat worden geamputeerd worden om ze onder het puin vandaan te krijgen. „Er liggen overal lichamen op straat; vast in auto's, bedolven onder puin. Als duidelijk is dat ze zijn overleden, verleggen we onze aandacht direct naar de overlevenden", zei politiechef Russell Gibson.

Delen van de stad met 350.000 inwoners liggen geheel in puin. Er is een avondklok ingesteld. Iedereen die zich na 18.30 uur op straat begeeft, wordt gearresteerd, aldus de politie. De Nieuw-Zeelandse premier John Key heeft de noodtoestand afgekondigd en honderden militairen, politieagenten en andere reddingswerkers naar het gebied, waar nog altijd naschokken plaatsvinden, gestuurd.

De aardbeving was de ergste natuurramp die Nieuw-Zeeland trof sinds 1931.

tekst ANP, beeld EPA