Het is de enige prijsuitreiking die niet in Stockholm plaatsvindt, maar in het stadhuis van de Noorse hoofdstad Oslo. De winnaar ontvangt in december een medaille en een bedrag van ongeveer 930.000 euro.

Nederland geldt als een van de grondleggers van de Europese Unie. Nederland had in 1944 al met België en Luxemburg de Benelux opgericht voor nauwe samenwerking. In 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht door de Benelux, Frankrijk, Duitsland en Italië. Hieruit ontstond in 1957 de Europese Economische Gemeenschap (EEG). In 1993 werd dit omgedoopt tot de Europese Unie.

De Nobelprijs voor de Vrede ging vorig jaar naar twee Liberiaanse vrouwen en een vrouw uit Jemen die strijden voor de rechten van de vrouw. Het Nobelcomité in Oslo eerde de Liberiaanse presidente Ellen Johnson-Sirleaf, haar landgenote Leymah Roberta Gbowee en de Jemenitische Tawakkul Karman voor hun „geweldloze strijd voor de veiligheid van vrouwen en voor het recht van vrouwen om volledig deel te nemen aan vredesopbouw”. Het was de tweede keer dat het comité in Oslo drie mensen tegelijk onderscheidde.

Dit jaar waren er 231 nominaties voor de Nobelprijs voor de Vrede. Het hoofd van het Instituut Nobel, Geir Lundestad, maakte dit in februari bekend. Onder de kanshebbers waren 188 personen en 43 organisaties, onder wie de voormalige Duitse bondskanselier Helmut Kohl en de Amerikaanse ex-president Bill Clinton.

Tot nu toe heeft slechts één Nederlander de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen: Tobias Asser (1838-1913). Hij kreeg in 1911 de onderscheiding omdat hij een van de grondleggers was van het Permanente Hof van Arbitrage, het eerste internationale hof in Den Haag.