„Als er vrede komt, vechten we verder voor dezelfde ideeën via een vreedzame weg, mits er garanties zijn. En ik blijf ook. Dit is mijn levensproject”, aldus de 34-jarige Nijmeijer.
De Nederlandse maakt deel uit van de FARC-delegatie die momenteel in Cuba met de Colombiaanse regering onderhandelt over vrede. Dat ze meedoet aan de onderhandelingen, is volgens Nijmeijer geen mediastunt. „Ze zeggen dat ik hier ben omdat ik 10 jaar bij de FARC zit, guerrillera ben en Engels spreek. Ik kan onze documenten vertalen, dat is natuurlijk heel nuttig.”
Nijmeijer is inmiddels een kleine week in Havana en weet via internet wat er in Nederland over haar en de FARC wordt geschreven. „De berichtgeving is erg op mij geconcentreerd. Dat is ook wel logisch, want ik wek als Nederlandse natuurlijk nieuwsgierigheid en sensatie.” Ze kent het slechte imago van de FARC. „Er is al jaren een mediacampagne tegen de FARC aan de gang; wij hebben nooit ruimte gehad om ons verhaal te doen, om te zeggen waarvoor wij vechten.”
Ze vindt het niet terecht dat dit beeld is ontstaan door de aanslagen. „We zijn een leger. Wij gebruiken wapens en die wapens doden. We strijden tegen het leger, de paramilitairen en de politie. Daar vallen natuurlijk doden bij, want dit is een oorlog. Zij vallen ons aan, wij vallen hun aan.” Volgens haar is de gewapende strijd niet achterhaald. „Gebleken is dat in Colombia nog steeds geen plek is voor politieke deelname op een vreedzame manier”, zegt Nijmeijer.
In het interview vertelt Nijmeijer ook over de aanslagen waar zijzelf bij betrokken was. „Bij de aanslag op een bus is niemand omgekomen of gewond geraakt. Andere aanslagen, op bedrijven die geen revolutionaire belasting betaalden, gebeurden altijd midden in de nacht. Ik ben er 100 procent zeker van dat daar nooit burgers bij om zijn gekomen.”