Bewoners van hoofdstad Wellington renden tijdens de aardschokken in paniek de straat op. In winkels vlogen producten uit de schappen. Ook het Zuidereiland werd getroffen: op veel plaatsen viel de stroom uit.

„Het gebouw trilde en het bleef maar doorgaan”, vertelde de manager van een hotel in Blenheim, vlakbij het epicentrum. „Er is hier veel politie en brandalarmen gaan af. Het is vrij beangstigend.”

Door de aardbeving viel het openbaar leven in Nieuw-Zeeland even stil. Bus-, trein- en vliegverkeer werden uit voorzorg stilgelegd, zodat de infrastructuur kon worden gecontroleerd op schade. Ook de handel op de beurs NZX werd tijdelijk stilgelegd. Volgens de brandweer is het nog te vroeg om een goede inschatting te maken van de schade.

Over de kracht van de aardbeving bestaat nog onduidelijkheid. Volgens de United States Geological Survey ging het om een beving met een kracht van 6,8 op de Schaal van Richter, maar stelde dat later naar beneden bij naar 6,5. De geologische dienst GeoNet houdt de kracht van de aardbeving inmiddels op 6,2.

Nieuw-Zeeland wordt vaker getroffen door aardbevingen. In 2011 vielen meer dan 180 doden na een aardbeving met een kracht van 6,3. Die beving zorgde voor een schade van omgerekend 9 miljard euro.