In Bosnië en Servië zijn al zeker 40 doden gevallen. Ongeveer 1 miljoen Bosniërs hebben geen toegang meer tot schoon water, zei minister van Buitenlandse Zaken Zlatko Lagumdzija maandag op een persconferentie. Ongeveer 100.000 huizen en andere gebouwen zijn onbruikbaar geworden. „De gevolgen van de overstroming zijn afschuwelijk”, vindt hij. Huizen zijn ingestort of compleet onzichtbaar door de modder, bomen liggen om en in dorpen hangt een penetrante lucht van rottende dierenlijken. „Tijdens de oorlog zijn veel mensen alles kwijtgeraakt. Nu hebben ze opnieuw niets meer.”

Volgens een overheidsfunctionaris hebben zeker 500.000 Bosniërs hun huis moeten verlaten. Een dergelijk hoog aantal is niet meer voorgekomen sinds de etnische zuiveringen twee decennia geleden. Nadat rivieren buiten hun oevers waren getreden door hevige regenval, hebben meer dan 2000 aardverschuivingen plaatsgevonden.

In Servië moesten zeker 25.000 mensen hun huis uit. Hoewel het ergste gevaar in sommige gebieden geweken lijkt, is de situatie onder meer bij de grootste energiecentrale van het land, net ten zuiden van Belgrado, nog niet onder controle.

In Bosnië-Herzegovina liggen bijna 20 jaar na het einde van de oorlog nog steeds grote mijnenvelden die niet zijn opgeruimd. De markering van de mijnenvelden is bovendien door het wassende water grotendeels verdwenen, zegt Satko Mujagic van het Platform BiH van Bosniërs in Nederland. Het water kan de mijnen verplaatsen, zodat gevaar dreigt op plaatsen waar mensen er geen rekering mee houden.

Steeds meer landen van de EU bieden hulp aan de slachtoffers van de ernstige overstromingen op de Balkan. Het gaat onder meer om helikopters, krachtige waterpompen, boten, tenten en waterzuiveringsapparatuur. Op dit moment zijn bijna 450 Europese hulpverleners ter plekke. Het Nederlandse Rode Kruis heeft een gironummer geopend voor de slachtoffers van de overstromingen in Bosnië en Servië: giro 6251.