Martin Luther King, was dat niet die man van „I have a dream”?
Inderdaad. King (1929-1968) was een Amerikaanse predikant die streed voor de burgerrechten van mensen met een donkere huidskleur. Zwarten werden in de Verenigde Staten tot in de jaren zestig van de vorige eeuw gediscrimineerd. Stapte je als blanke in een volle bus, dan moest iemand met een donkere huidskleur zijn plaats afstaan. Martin Luther King verzette zich hiertegen. In 1963 hield hij in Washington zijn beroemde ”I have a dream”-toespraak.
Is het bijzonder dat King een standbeeld krijgt?
Ja en nee. Martin Luther King was niet zomaar iemand. Er is in Amerika al een nationale feestdag ter ere van King. Dat hij nu ook een gedenkteken krijgt, is op zich niet verwonderlijk. Wel bijzonder is de plaats waar het standbeeld is geplaatst: in de National Mall, het politieke centrum van de Verenigde Staten. Hier krijgen alleen de beroemdste Amerikanen een gedenkteken. Dat zijn meestal presidenten. Het beeld van Martin Luther King staat tussen het Lincoln Memorial, het Franklin D. Roosevelt Memorial en het Washington Monument.
Maar Martin Luther King was toch geen president van Amerika?
Nee. Ondanks zijn grote populariteit wilde King niet meedoen aan presidentsverkiezingen. Hij gaf liever leiding aan de burgerrechtenbeweging. Martin Luther King kreeg er ook de kans niet voor om president te worden: in 1968 werd hij door een sluipschutter doodgeschoten.
Wie heeft besloten dat King een gedenkteken zou krijgen?
De leden van het Amerikaanse Congres stemden in 1998 voor de komst van een beeld van Martin Luther King in de Mall. Het heeft even geduurd, maar zondag is het zo ver: president Barack Obama onthult het standbeeld, precies 48 jaar nadat King zijn ”I have a dream”-toespraak hield.
Waar droomde Martin Luther King van in 1963?
Van een land waarin „zwarte jongens en zwarte meisjes hand in hand kunnen gaan met blanke jongens en blanke meisjes.” Hij droomde van vrijheid en gerechtigheid. „Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen op een dag in een land zullen leven waar ze niet zullen worden beoordeeld op de kleur van hun huid, maar op hun karakter.” Dat is niet vanzelfsprekend, ook niet in 2011.