Ferrier, van huis uit onderwijzer, verhuisde herhaaldelijk van Suriname naar Nederland en terug. Hij gaf les in de binnenlanden van Suriname en in de hoofdstad Paramaribo, studeerde en promoveerde in Nederland, maar werd vervolgens directeur van een kweekschool in Suriname.
Ferrier was betrokken bij de oprichting van de Nationale Partij Suriname en werd in 1955 de eerste minister-president van Suriname. Het gebied had met het Koninkrijksstatuut van het jaar ervoor meer zelfstandigheid binnen het Koninkrijk der Nederlanden gekregen. Na vier jaar als premier vertrok Ferrier echter weer naar Nederland.
Terug in Suriname werd hij in 1968 gouverneur namens Nederland. In die functie dwong hij premier Jopie Pengel tot aftreden, nadat stakingen het land hadden stilgelegd en Nederland met ingrijpen had gedreigd. Toen Suriname op 25 november 1975 onafhankelijk werd van Nederland, werd Ferrier de eerste president van het land.
Ferrier bleef president toen militairen onder leiding van Desi Bouterse in februari 1980 de macht grepen. Een half jaar later stapte hij echter op, toen Bouterse hem vroeg om de grondwet buiten werking te stellen.{jcomments on}