De brandweer was woensdag na de eerste melding snel ter plaatse, maar werd eerst niet binnengelaten. Toen de hulpverleners wel naar binnen mochten, konden ze geen sleutels of bewakers vinden om de cellen te openen.

President Porfirio Lobo heeft de directeur en verscheidene andere hoge ambtenaren van het nationale gevangeniswezen geschorst en een onderzoek gelast.

De brand ontstond in de cel van een gevangene. Hij had de gouverneur van de staat gebeld en aangekondigd dat hij de boel in de fik zou steken. Kort daarna stak de man zijn matras aan.

Na de eerste melding was de brandweer vanuit de nabijgelegen kazerne binnen twee minuten ter plaatse. Maar het handjevol bewakers hield ze wel een halfuur buiten de deur, omdat ze dachten dat het geschreeuw en gegil bij een uitbraakpoging of een oproer behoorden. Toen ze eenmaal binnen werden gelaten waren er geen sleutels of bewakers te vinden die de cellen van het slot konden halen.

Zwartgeblakerde muren en puin toonden het spoor dat het vuur door de zes barakken had getrokken. Veel lichamen werden gevonden in de badruimtes, waar ze hadden gehoopt dat het water hen tegen de vuurzee kon beschermen. „Het was verschrikkelijk.”, zei overlevende Eladio Chica. „Ik zag alleen maar vlammen en toen wij buiten waren zagen wij mannen verbranden tegen de tralies, waar ze aan vastsmolten.”

De gevangenis van Comayagua, 140 kilometer ten noorden van de hoofdstad Tegucigalpa, is berekend op vijfhonderd gedetineerden, maar er verbleven er 856, de meeste nog in afwachting van een proces. Deze overbevolking was geen uitzondering, blijkt uit een rapport dat de regering van Honduras deze maand naar de Verenigde Naties heeft gestuurd. Overdag zijn er maar 51 bewakers en „s nachts maar twaalf.

De gevangenis bood geen medische of geestelijke verzorging. Het budget voorzag per gedetineerde in maar 75 cent voor voedsel per dag. Volgens het rapport volstond een simpele tatoeage al om te worden opgepakt en ingesloten op verdenking van lidmaatschap van een bende.