Waarom mocht je daar spreken?

„Ik was in New York als vertegenwoordiger van Nederlandse jongeren. Vorig jaar ben ik gekozen als hun vertegenwoordiger. In de loop van dit jaar heb ik van meer dan 2500 jongeren en jongeren­organisaties input ontvangen voor mijn speech.”

Wat wilde je in New York aan­kaarten?

„Mijn boodschap ging over het fenomeen dat jongeren elkaar over de hele wereld kennen. Door sociale media, uitwisselingen en toegenomen migratie ontstaan vriendschap en verbondenheid over grenzen heen. Die verbondenheid zorgt ervoor dat we ons bewuster zijn van wat onze leeftijds­genoten aan de andere kant van de wereld doen en wat hen beweegt. Namens de jongeren eiste ik daarom dat over­heden perspectief bieden aan jongeren over de hele wereld.”

Hoe waren de reacties?

„Positief. Vertegenwoordigers van lidstaten en voorzitter van de 
Algemene Vergadering Ban Ki Moon staken hun duim op of kwamen naar me toe om me te feliciteren. Ook heb ik veel reacties van jongeren uit Nederland gehad.”

Leuke contacten opgedaan?

„Absoluut. Gisteren heb ik kort met Ban Ki Moon gesproken en met de minister van Jeugd van Australië. Vorige week sprak ik minister van Buitenlandse Zaken Rosenthal.”

Wat heb je meegekregen van andere jongerenvertegenwoordigers?

„Heel veel. Onder andere de uitdagingen die inheemse jongeren in Australië hebben. Een Zweedse vertegenwoordigster die zelf doof is, vertelde over de situatie van jongeren met beperkingen in Zweden.”

Hoe was de sfeer in de VN?

„Twee weken geleden was er nog veel commotie vanwege de speeches van Palestina en Israël, waarbij de Palestijnen het recht op een eigen staat verdedigden. Deze week was het er veel rustiger.”

Geslaagde missie?

„Dat kun je pas achteraf beoordelen. Ik ben in ieder geval tevreden met het feit dat veel landen de boodschap hebben opgepikt. Het onderwerp jeugd staat helaas laag op de agenda van de VN, dus er is werk aan de winkel.”