Het comité 200 jaar Koninkrijk heeft voor de viering van het jubileum een jeugdparlement opgezet. Een aantal jongerenteams, bestaand uit negen personen, zal van 19 tot en met 23 mei debatteren over de vraag hoe het volgens hen verder moet met het koninkrijk. Naast het team uit Nederland zijn er jongerengroepen uit Aruba, Bonaire, Saba, Sint Eustatius, Curaçao en Sint Maarten vertegenwoordigd. Daniëlle, derdejaarsstudent pabo aan de Christelijke Hogeschool in Ede, is er namens Nederland bij.
Klik hier voor de video die Daniëlle maakte voor de inschrijving bij Kingdom Youth Parliament.
Dat klinkt als een unieke kans.
„Zeker weten! Dit maak je maar één keer in je leven mee. Vorige maand hoorden we dat prinses Beatrix ook aanwezig zal zijn. Nou, toen heb ik wel even gestuiterd hoor! Echt supergaaf.”
Waarom koos de organisatie juist jou?
„Met een groep jongeren heb ik vorig jaar een project gedaan voor de vredesorganisatie Upact om verkiezingsgeweld in Nigeria tegen te gaan. Dat vond ik erg mooi werk en eigenlijk was ik wel toe aan een nieuwe uitdaging. Op de website van Kingdom Youth Parliament (KYP) kwam ik een oproep tegen om je aan te melden voor het jeugdparlement. Toen heb ik een filmpje gemaakt waarin ik een betoog hield over mijn visie op het Koninkrijk der Nederlanden. Uit de ruim 150 aanmeldingen hebben ze negen jongeren gekozen die het team voor Nederland vormen. En daar hoor ik bij. Totaal onverwacht, maar misschien heeft mijn ervaring bij Upact geholpen.”
Wat zou er volgens jou moeten veranderen in het koninkrijk?
„Wat ik niet snap, is dat basisschoolleerlingen wel de provincies uit hun hoofd moeten leren, maar niet weten dat er nog een stukje Nederland aan de andere kant van de wereld ligt waar de kinderen dezelfde Cito-toetsen maken. Het lijkt me een mooie uitdaging om hier samen met andere jongeren een oplossing voor te bedenken.”
Je gaat op Sint Maarten debatteren. Is dat niet een tikje saai?
„Helemaal niet! Op de middelbare school vond ik debatteren al leuk. Het is een uitdaging om mensen te overtuigen van iets waar ik helemaal achter sta. Debatteren is een vak apart, je moet goed je woorden kiezen en je standpunt beargumenteren. Maar we gaan niet de hele week in debat, hoor. Dat zal vooral op één dag gebeuren onder leiding van het Debat Instituut, met leuke werkvormen en zo. Nee, saai zal het niet zijn.”
Er komt een adviesplan voor de overheid. Gaat dat helpen?
„Dat denk ik wel, omdat het niet bij dat rapport blijft. Het parlement blijft bestaan, ook na Sint Maarten. Als jongeren zijn we ervoor verantwoordelijk dat de adviezen ook serieus genomen worden en waar mogelijk uitgevoerd. Stel dat we adviseren dat er meer ingezet moet worden op kennis over het koninkrijk. Dan zullen we als team een gesprek aanvragen met de minister van Onderwijs over de vraag hoe dit vorm te geven is in lespakketten. Ook proberen we zo veel mogelijk jongeren te betrekken bij dit project. Denk aan het geven van lezingen op scholen.”
Op naar Sint Maarten dus.
„Absoluut. Ik begin me nu pas te realiseren hoe groots dit allemaal is. Het is best wel overweldigend.” Lachend: „Neem nou dit interview voor een artikel in de krant, dat had ik echt niet verwacht. Ik heb ontzettend veel zin in de reis en er zullen heel wat momenten zijn dat ik mezelf even moet knijpen als ik daar rond loop.”