Hoe kon het ooit zo ver komen?
In 2001 kreeg Griekenland eindelijk toestemming om de euro in te voeren. Dat had nogal wat voeten in de aarde. De Grieken moesten aantonen dat ze voldeden aan de strenge eisen die Europa stelde met betrekking tot de staatsschuld en economische groei.
Helaas bleek al snel na de invoering van de euro dat Griekenland Europa een beentje gelicht had. Het cijfermateriaal uit Athene was vervalst.
Achteraf gezien had Griekenland nooit toe kunnen treden tot de eurozone. Het land worstelde tien jaar geleden al met grote overheidstekorten.
In 2008 konden de Grieken hun problemen niet meer verhullen. De in dat jaar uitgebroken bankencrisis deed Griekenland in een enorme crisis belanden.
Wat kan Griekenland zelf doen?
Veel Europese economieën verkeren door de bankencrisis in een recessie. Wat dat betreft is er in Griekenland niets nieuws onder de zon. Toch kan Griekenland zelf meewerken aan het terugdringen van zijn overheidsschulden.
Waar wat aan gedaan kan worden is de corruptie in het land. Daar moet strenger tegen opgetreden worden.
Een ander punt zijn de pensioenen. Willen de Grieken hun land overeind houden, dan zal er langer gewerkt moeten worden. Met 55 jaar stoppen met werken zou verleden tijd moeten zijn.
Optie drie: vliegvelden, stranden en havens zijn nu nog veelal staatsbezit. Verkoop levert miljarden euro’s op.
De maatregelen die de overheid wil nemen zijn niet populair.
Dat is nog zacht uitgedrukt. Het werk wordt massaal neergelegd. Mensen komen in opstand tegen hun regering, omdat hun ”verworven rechten” op de helling staan. Op straat wordt er letterlijk geknokt om euro’s.
Stel, de crisis escaleert?
Omdat Griekenland lid is van de EU zijn landen onderling voor elkaar verantwoordelijk. In Griekenland opnieuw de drachme invoeren, zoals Wilders wil, is geen optie. Dan zal het land binnen de kortste keren failliet gaan.
Er rest maar één oplossing: miljardenleningen verstrekken om de Griekse economie overeind te houden. Desnoods door een gedeelte van de schulden kwijt te schelden.