Het staat deze man, de 22-jarige Adrian Pracon, voor de geest dat Breivik aarzelde. „Ik herinner me dat hij zijn geweer lange tijd op mij richtte voor hij het naar beneden deed, zich omdraaide en wegliep.” Breivik kwam Pracon later tijdens de schietpartij opnieuw tegen. Toen hield de man, die actief was voor de jongerenafdeling van Noorse Arbeiderspartij zich dood en werd hij door Breivik in de schouder geschoten.
Breivik vertelde ook dat hij het leven van een 10-jarige jongen had gespaard. „Ik kon niet begrijpen wat zo’n kleine jongen deed op een politiek indoctrinatiekamp.” De vader van deze jongen was een politiefunctionaris die in zijn vrije tijd op Utoya was als bewaker.
De Noorse massamoordenaar heeft maandag zijn excuses aangeboden aan de burgers zonder politieke banden die vorig jaar omkwamen bij een bomaanslag in Oslo. Die aanslag kostte acht mensen het leven. Het was niet Breviks bedoeling om voorbijgangers die geen politieke connecties hadden te verwonden of te vermoorden.
Verontschuldigingen voor de 69 mensen die hij doodschoot op het eiland Utoya, zaten er niet in. Breivik herhaalde maandag dat de jongeren die daar bivakkeerden „legitieme doelwitten” waren, aangezien het „politieke activisten” betrof die in zijn ogen bijdroegen aan de ontwrichting van de Noorse maatschappij. Hij zei eerder over de slachtoffers dat zij verraders waren die immigratie en multiculturalisme steunden. „Dit is een kleine barbaarse daad om een grotere barbaarse daad te voorkomen”, benadrukte hij.
De Noor zei volgens de BBC dat hij begrijpt welk verlies hij anderen heeft aangedaan, aangezien hij zelf ook „werkelijk alles” had verloren op de dag van de aanslagen, 22 juli. Hij verwees naar zijn vrienden en familie.